Vliegen rond het icoon

Geplaatst op

Ayers Rock is niet meer. Tegenwoordig heet het icoon van Australië Uluru, dat is de naam die de Aboriginals eraan hebben gegeven. We verlaten de Stuart Highway voor een retourtje van 500 kilometer, het is de enige manier om er over een asfaltweg te komen. Lange tijd lijkt er niets veranderd, hooguit is de weg misschien iets smaller en staat de zon nu achter ons, omdat we richting het westen rijden. Ook deze weg is erg stil, je kunt bijna met ogen dicht rijden. De roadtrains zijn verdwenen, die rijden hier kennelijk niet. Uluru is pas op het laatste moment zichtbaar, maar eerst moet er bij een tolpoort 25 dollar per persoon toegang voor het nationaal park worden betaald. Vooruit dan maar. Vol verwachting klopt ons hart. Uluru is nogal omvangrijk, dus zo’n twintig kilometer voordat we er zijn, zien we de eerste contouren opdoemen. Het is het bekende beeld, maar we houden ons in, eerst maar even langs het visitor center. Dat blijkt een teleurstellende ervaring, het meisje achter de balie kan geen enkele vraag die we hebben beantwoorden. Dan maar snel doorgereden naar het centrum met Aboriginal kunst. Groot voordeel van het centrum is dat we even verlost zijn van de vliegen, die ons al direct op de parkeerplaats belagen. We zien een paar mooie tekeningen, maar dat is het dan ook wel zo’n beetje. Sommige van de oude verhalen die de Aboriginals over Uluru aan elkaar vertellen zijn zo geheim dat ze niet aan ons mogen worden verteld. Beetje jammer, zo wordt het natuurlijk nooit wat met die integratie.

Tekst loopt door onder gallery

Tijd dus voor het echte werk, Uluru. We zijn er nu erg dichtbij en de steen verliest zijn karakteristieke trekken. Een enorme wand van zacht rode steen rijst voor ons op. Op een parkeerplaats aan de voet van de plek waar Uluru beklommen kan worden stappen we uit. Aboriginals hebben liever niet dat Uluru wordt beklommen, maar dat heeft de Aussies er niet van weerhouden een met kettingen beveiligd pad naar boven aan te leggen. Dus is het niet zo gek dat een hele kudde gewoon op weg naar de top is. We slaan over, niet eens zozeer uit respect voor het geloof, maar vooral doordat we niet langer buiten willen zijn dan strikt noodzakelijk. De vele vliegen zijn een ware plaag. We knopen alle buffs die we hebben om onze gezichten, maar de vliegen blijven komen. Jammer genoeg springt de vonk van Uluru niet helemaal op ons over. Dus rijden we al na enkele minuten verder naar het Sunset Point de plek waar Uluru het beste kan worden bekeken tijdens de zonsondergang. De steenklomp kleurt dan diep rood. We hebben een beetje pech. Het is nogal bewolkt, vooral aan de kant waar de zon vandaan komt, dus een mooie zonsondergang zal er niet inzitten. En eigenlijk is dat niet zo heel erg. Op de parkeerplaats bij het Sunset Point zijn zo mogelijk nog meer vliegen dan we tot nu toe hebben gehad. We doen ons best en houden een uitgebreide foto- en filmshoot. Steeds hollen we, tussen de opnamen door, snel weer terug naar de auto. We houden dat zo een uurtje vol, maar om half vijf hebben we het wel gezien. Toegegeven, het is een apart verschijnsel, zo’n brok steen midden in een verder vlak landschap, maar toch kan Uluru ons niet heel erg bekoren. Bovendien ziet het er steeds meer naar uit dat er geen perfecte zonsondergang komt. En die rode kleur voegen we desnoods met fotoshop wel toe.

Tekst loopt door onder gallery

We gebruiken het laatste uur voordat het donker wordt om een ruime 80 kilometer terug te rijden in de richting van de Stuart Highway, dat scheelt ons een dure ovenachting in het Ayers Rock Resort. In plaats daarvan staan we gratis en tot onze verbazing ineens vliegenvrij in het stof bij het Curtin Springs Roadhouse. Voor het eerst sinds lange tijd kunnen we ’s avonds een tijdje buiten zitten. Niet te lang, want uiteindelijk koelt het hier ’s nachts nog steeds behoorlijk af in de woestijn. Hieronder een paar filmopnamen die we vandaag maakten.