Slapen bij de monniken

Geplaatst op

Na overnachtingen in een minshuku en een ryokan zijn we klaar voor het grotere werk: een overnachting in een tempel. Een van de plaatsen waar dat kan, is op Mount Koya, een dorp dat voornamelijk uit tempels en bijbehorende monniken bestaat. De reis er naartoe is al een belevenis op zich. Vanuit Nara reizen we via Osaka. Zodra de buitenwijken van die stad zijn verdwenen, wordt het landschap heuvelachtig. Veel bos. Uiteindelijk gaat de trein niet verder. Het laatste station ligt midden in het groen aan het einde van een vallei. Een kabelbaan op rails verzorgt het laatste stuk. Alhoewel we hier wat hoger zijn dan in de stad, is het nog steeds vrij warm. Onze tempel ligt aan het einde van het dorp, vlak naast een groot kerkhof. Door een grote poort betreden we het terrein. Tot onze verrassing is er een nogal moderne incheck, waar zelfs een kopieerapparaat klaarstaat om onze paspoorten te kopiëren. Dat niet alleen, ze hebben ook een fax ontvangen van het reisbureau dat deze Japan trip voor ons geregeld heeft. Er wordt een typhoon verwacht, waardoor we na dit bezoek aan het klooster niet naar beroemde eiland Miyajima kunnen reizen. In plaats daarvan zullen we naar Hiroshima gaan. Dat is van later zorg.

Na de incheck wandelen we door een grote ruimte richting de tuin. We hadden beelden in ons hoofd van een slaapzaal, gescheiden naar mannen en vrouwen. Niets is minder waar. Onze kamer ligt boven de tuin en is heerlijk ruim en Japans strak ingericht. Veel meer luxe dan je zou verwachten in een klooster. We hebben zelfs een eigen wc en wastafel. Het bad is een gezamenlijk publiek bad. Voor de badkamer zien we al twee paar slippertjes van andere badderaars staan. We zijn dus niet alleen. Alle kleren gaan uit, alleen het (mini)handdoekje mag mee de badruimte in. Het handdoekje heeft een aantal functies: het bedekken van de intieme delen, gebruik als washand en uiteindelijk kan het ter afkoeling op het hoofd geplaatst worden wanneer je in het bad zit. Het handdoekje mag vooral NIET met het badwater in aanraking komen. Zoveel weten we inmiddels van het badritueel. Onze badgenoten kijken in eerste instantie (zeer onopvallend) toch wat vreemd op van zo’n wit westers lijf, maar het sop is de kool verder niet waard en iedereen doet waarvoor ze gekomen zijn. Heerlijk ontspannen een bad nemen.

Tekst loopt door onder gallery

Om 18.00 uur worden we van onze kamer opgehaald om naar het diner te gaan. Dit vindt plaats in een aparte ruimte. Het zijn verschillende eetkamers, mooie schermen garanderen je privacy (hier wel). Er staan per persoon twee kleine tafeltjes klaar met, op het eerste gezicht, allerlei lekkers. We kruipen er voorzichtig achter en krijgen de instructie nog even te wachten op de rijst en de soep. De maaltijd is vegetarisch en zonder toevoeging van scherpe kruiden zoals knoflook en peper. Dit allemaal volgens de Boeddhistische tradities. De schoonheid van het diner kan de smaak niet echt compenseren. Hoogtepunt zijn de drie druiven en het stukje meloen. We sluiten de dag af met een korte avondwandeling en nog een klein biertje in het enige geopende etablissement in het dorp. Het voelt een beetje als spijbelen. We maken het niet te laat, want het ochtendgebed van 06:00 uur willen we natuurlijk niet missen. Het zetten van een wekker de volgende ochtend blijkt volledig overbodig. Om 05.45 uur kondigt een luide en volhardende gong het ochtendgebed aan. Dat vindt plaats in de main hall van de tempel. De monnik die de gong hanteert zit klaar en wordt uiteindelijk vergezeld door twee soortgenoten. De toeschouwers, de logees van het klooster, zijn ruim in de meerderheid. De dienst duurt een klein half uurtje, de diepe, eentonige klanken die de monniken voortbrengen zijn heerlijk rustgevend. Enigszins teleurgesteld over het geringe aantal geestelijken zijn we wel. Toch verlaten we het klooster bijna verlicht, mede dankzij het karige ontbijt.