Roeien in Vietnam

Geplaatst op

Omdat we het helemaal hebben gehad met de busmaffia, nemen we vanaf Hue de trein naar Ninh Binh, dat zo’n 100 kilometer ten zuiden van Hanoi ligt. De treinreis duurt tien uur en we brengen zo ongeveer een hele dag erin door. Het is geen straf, de stoelen zijn redelijk, er wordt regelmatig eten langs gebracht en de hele tijd hebben we uitzicht op de eindeloze rijstvelden van Vietnam. Rond zeven uur ‘s avonds rollen we Ninh Binh binnen. Het is al donker, maar we hoeven niet ver te zoeken voor een guesthouse. In het rustige straatje tegenover het station zijn er een paar te vinden, zodat we nog geen tien minuten na aankomst al onze intrek hebben genomen in het Queen Mini hotel. De kamer kost maar acht dollar en is van alle gemakken voorzien. Met het weer is het minder gesteld, merken we de volgende dag. Naarmate we noordelijker komen, wordt het steeds frisser. De zon is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor nevel. Eigenlijk gaat het allemaal steeds meer op China lijken. Dat geldt trouwens ook voor de Vietnamezen zelf, dat zijn gewoon vermomde Chinezen. Sommigen hebben zelfs van die echte Han Chinees hoofden. Maar dan is China toch een leuker en interessanter land om doorheen te reizen, al was het maar vanwege de Chinese keuken.

Omdat in Ninh Binh zelf niets te doen is, besluiten we een scooter te huren om naar Tam Coc te rijden, de eigenlijke attractie in de omgeving. We crossen Ninh Binh uit en rijden langs rijstvelden naar de Ngo Dong rivier. De lokale toeristenindustrie heeft een waar Disney gemaakt. Vanaf een steiger vertrekken honderden roeibootjes om de toeristen over de rivier door de velden te roeien. Overigens vrijwel uitsluitend Vietnamese toeristen. Maar toch, wij samen in een roeiboot, wie had dat ooit gedacht! Onderweg passeren we drie grotten, waar doorheen wordt geroeid. Op de een of andere manier heeft onze roeier er niet echt de vaart in, en dat komt goed uit, want daardoor zijn we op een gegeven moment vrijwel alleen op het water. Het nevelige weer geeft het allemaal een mystiek aanzien. Het is een landschap dat doet denken aan het karstgebergte bij Yuangshuo. Over gelijkenissen gesproken. We denken terug aan de Li River, al zien we vandaag wel iets meer dan toen. Na het tochtje, dat zo’n twee uur duurt, rijden we verder op de scooter. In een ruime boog scooteren we rondom Ninh Binh. We zien de plaatjes waar Vietnam bekend om is: vrouwen met punthoedjes in rijstvelden. Bij de overblijfselen van een oude citadel maken we een koffiestop. De citadel zelf laten we voor wat het is, we zijn er inmiddels achter dat de tempels en andere oude gebouwen in Vietnam in de verste verte niet kunnen tippen aan al het moois dat we in Thailand en Cambodja hebben gezien. In plaats daarvan soebatten we met de Vietnamese uitbaatster over de prijs van de koffie, die blijkt ineens verdubbeld, nadat we besteld hadden. In Vietnam gaat niets vanzelf.