Een dode communist

Geplaatst op

We wilden een dag langer in Ninh Binh blijven om met de scooter naar de floating village te rijden, maar de nevel is overgegaan in echte regen. Omdat het er niet naar uitziet dat het snel droog wordt, reizen we met een lokale bus door naar Hanoi, een rit van twee uur. We hebben de vreemde inhaalmanoeuvres en het aantal keer toeteren maar niet geteld. In Hanoi rijden de taxi’s op de meter, maar we waren al gewaarschuwd voor de zogenaamde speedo meters. De man die ons van het busstation naar de oude stad rijdt, blijkt er zo een te hebben. Na drie kilometer staat de teller al op 50.000 Dong, terwijl dat maximaal 20.000 mag zijn. Met drukke gebaren en vol verontwaardiging maken we de man duidelijk dat hij moet stoppen. Eenmaal uitgeladen betalen we precies wat we zouden moeten betalen, terwijl we de chauffeur de huid vol schelden. Een paar omstanders lijken ook niet van zijn praktijken gediend te zijn. De chauffeur sputtert nog wat, maar rijdt toch verrassend snel weg, overigens niet nadat hij ons heeft aangeboden om ons voor 100.000 in de oude stad af te zetten. Wij dachten van niet. Een minuut of tien staan we wat verloren langs de grote weg waar we zijn gedropt, geen idee waar we ons bevinden. Uiteindelijk weten we een andere taxi aan te houden. We houden de meter nauwlettend in de gaten, maar deze keer gaat het goed en bereiken we zonder kleerscheuren ons doel.

Hanoi bevalt ons wat beter dan Saigon, al is het ook hier een pandemonium van scooters. Overal wordt luid en zonder ophouden getoeterd. De oude stad heeft een soort van charme en er zijn een paar prettige cafés en restaurantjes. De echte attractie voor ons is echter het mausoleum van Ho Chi Minh, de vader des vaderlands van Vietnam. Eindelijk kunnen we eens een dode communist bekijken, want de mausolea van Lenin en Mao waren gesloten toen wij er waren. De laatste rustplaats van Uncle Ho is een communistisch bouwwerk zoals het hoort: een groot plein, een hoge vlaggenmast en een betonnen gebouw vol met militairen. Eromheen liggen strak aangelegde gazons die door een grote schare arbeiders wordt onderhouden. We zijn vroeg, maar toch is er al een behoorlijke rij, voornamelijk Vietnamezen die hun oude leider eer komen bewijzen. Het is echter allemaal zeer strak geregeld en voordat we er eigenlijk erg in hebben betreden we al het heilige der heiligen. Camera’s moeten worden afgegeven. Via brede trappen lopen we omhoog. Ho ligt in een glazen kist, gekleed in een zwart jasje. Zijn zilverwitte haar is naar achteren gekamd. Het is een fascinerend en macaber gezicht. Recht voor de kist houdt Els de pas even in, maar dat mag niet. Een militair geeft haar een duwtje: doorlopen! We lezen dat het mausoleum tussen september en december is gesloten. Ho gaat dan voor onderhoud naar Rusland. Zou hij aldaar gebroederlijk naast kameraad Lenin worden gelegd? De Chinezen doen het onderhoud van Mao zelf, anders zou het wel een zeer uniek gezicht zijn om de drie leiders naast elkaar te zien liggen.