Reizen met Russen (III)

Geplaatst op

Transsiberië Express volgens Aldert

“Op de meest vreemde plaatsen lopen mensen over een pad of langs het spoor. Waar komen ze vandaan en waar gaan ze naar toe?”

Al jarenlang had ik mij voorgenomen om ooit een keer met de Transsiberië Express te reizen. De langste treinreis ter wereld, tenminste, als je van Moskou helemaal naar Vladivostok gaat en niet, zoals velen, na Irkutsk de afslag via Mongolië naar China neemt. Op het moment dat we in Moskou op het perron staan, voel ik een tinteling door me heen gaan. Zelfs opwinding. Het gaat nu dus echt gebeuren. Deze wagon die hier staat, brengt ons naar Siberië, in eerste instantie tot Irkutsk. Bewust hebben we gekozen om de eerste helft met trein nummer 10, de Baikal express te reizen. Het zou de mooiste van de diverse treinen zijn. Deze gaat niet verder dan Irkutsk, maar dat hoeft ook niet, want daar maken we een tussenstop. Bovendien moet het Baikal meer erg mooi zijn, het zou zonde zijn om dat over te slaan. We delen onze coupé met Alexey, een 35-jarige Rus die zojuist een opleiding van drie maanden in Moskou achter de rug heeft en teruggaat naar zijn vrouw en kind in Irkutsk. We zullen dus tot het uitstappen met hem de coupé delen. En dat valt alles mee, alle twijfels die Els te elfder ure ineens bleek te hebben, waren dus nergens voor nodig. Ook de provodnika is aardig, ze glimlacht in elk geval erg lief, elke keer als we iets vragen of even willen passeren in het smalle gangpad. Wat ook nergens voor nodig was, is onze grote tas met proviand. Op de stations is van alles te koop, van ijsjes tot worstenbroodjes tot bakjes met noodles, bier, kaas en fruit. De provodnika verkoopt drankjes en er komt elke dag een soort van karretje vanuit de restauratiewagen voorbij, waar we een keer zelfs een pizza scoren, of in elk geval iets dat daarvoor moet doorgaan.

De uren rijgen zich langzaam aaneen. Het ritme van de trein went en we leren snel. Zodra we moeheid voelen opkomen, gaan we gewoon even liggen, onafhankelijk van het tijdstip van de dag. Dat is overigens toch al verwarrend, want in de trein blijft de klok op Moskou tijd staan. Naarmate we verder reizen en diverse tijdzones passeren komen we steeds meer in een soort twilight zone terecht. Verder zijn er diverse uitstapjes te maken, zoals een wandeling naar de Pectopah, oftewel de restauratiewagen, waarvoor we maar liefst zeven wagons door moeten. Het lijken wel tijdzones. Ook zijn er met enige regelmaat stops op stations en in de trein hangt een bord waarop keurig staat aangegeven hoe lang er overal wordt stilgehouden. Dat is wel zo handig, want de trein geeft geen fluitsignaal bij vertrek en wacht niet. Kortom, even een luchtje scheppen en zo nu en dan iets kopen bij de stalletjes op het perron of bij de Russische vrouwen die hun etenswaren aanbieden. Net zo lang tot de provodnika, precies vijf minuten voor vertrek, het teken geeft dat er moet worden ingestapt. ‘Wagon’, roept ze dan en met haar stokje zwaait ze gebiedend in de richting van het trapje.

Tekst loopt door onder gallery

Altijd ben ik al van de landkaarten geweest, en die van Rusland heb ik ook regelmatig bekeken. En dan komen zomaar ineens al die plaatsen voorbij die je vroeger in de Grote Bosatlas zag staan, zoals Perm, Sverdlovsk, Omsk (Tomsk helaas niet), Novosibirsk en Krasnojarsk. Het zijn stuk voor stuk grote steden, hun komst wordt telkens aangekondigd door industrie of grote grauwe flatgebouwen uit de Stalin tijd. Meestal liggen ze ook bij een grote rivier, die de trein voor of na het station passeert. Tussen de steden is het landschap overwegend vlak en eentonig. Vlak na Perm naderen we de Oeral, het landschap wordt daar iets heuvelachtiger, maar dan valt de tweede nacht in en missen we de rest. Net als de grens tussen Europa en Azië, die we ook in de nacht passeren. Later bij Krasnojarsk is het landschap wederom wat heuvelachtig. Beetje zoals de Ardennen, alleen herinneren de typische Siberische houten huisjes je eraan dat je ergens anders bent. Verder zijn het vooral eindeloze berkenbossen, soms wat naaldbos ertussendoor, en met tussenpozen groepen houten huisjes, stoffige wegen en een Lada of een oude vrachtwagen die bij een overweg staat te wachten. Op de meest vreemde plaatsen lopen mensen over een pad of langs het spoor. Waar komen ze vandaan en waar gaan ze naar toe? Over dergelijke vragen kun je vervolgens lang nadenken, daarvoor is alle tijd.

Tekst loop door onder gallery

We blijven de eerste paar dagen verrassend fit. Dat verandert pas op de laatste dag. Kennelijk zendt het hoofd signalen naar het lichaam dat we er bijna zijn. Alles voelt ineens viezer aan en de trein lijkt ook meer herrie te maken en harder te schommelen. Ook helpt het niet dat onze eerste Russische vriend, die ons na de stop bij Barabinsk nog zo leuk vis leerde ontleden, zich de laatste uren ontpopt als een foute man. Op het moment dat zijn Svetlana de coupé in komt, is Els een luchtje scheppen op het perron en lig ik mij net af te vragen of ik er ook even uit zal gaan. De eerste paar minuten blijf ik liggen. Dit wil ik niet missen. Helaas is het nogal donker en kan ik niets zien, maar geluiden van zuchtende mensen, losschietende bh-bandjes en kledingstukken die worden verschoven, zijn universeel, daar hoef je geen woord Russisch voor te spreken. Na een minuut of tien wordt het me allemaal te veel en ga ik er alsnog uit. Van slapen komt die laatste nacht niet zoveel meer, maar gelukkig zijn we bijna in Irkutsk. Nooit gedacht dat ik nog eens zoveel naar de aankomst in die stad zou verlangen.