Parel van het noorden

Geplaatst op

De route voert verder oostwaarts. Nadat we in Luang Nam Tha nog een middag hebben genoten van een zonnig terras en ’s avonds op BBC World zien dat de Thaise premier is opgestapt en het vliegveld van Bangkok wordt ontruimd, nemen we een dag later de bus naar Udomxai. Het belooft wederom een mooie rit te worden door een groen, bergachtig landschap. We hebben dit keer een normale stoel en het lijkt allemaal soepel te verlopen totdat een serie harde tikken onder de bus de chauffeur dwingt om te stoppen. De eerste analyse is dat de as onder de voorwielen gebroken is. Dat belooft wat, want met een gebroken as kunnen we niet verder. De chauffeur krikt de bus omhoog. De as wordt met engelengeduld onderdeel voor onderdeel gedemonteerd. Intussen heeft een van de hulpjes hout gekapt dat dienst moet doen als blokkade onder de andere wielen. We zijn twintig minuten verder als de chauffeur concludeert dat de as nog intact is. Het probleem blijkt het rechtervoorwiel te zijn. Er zit een barst in. Gelukkig heeft de bus een reservewiel. Het duurt even, maar een klein uur nadat we gestopt zijn, is het rechtervoorwiel vervangen door het rechter achterwiel en zit het reservewiel rechtsachter. We rijden weer. Iets na vijf uur in de middag bereiken we Udomxai. Het is een typische transport hub, ofwel een plaats waar je alleen maar overnacht om de volgende dag weer verder te reizen. Desondanks vinden we een prima guesthouse waar de bedden zo lekker zacht zijn dat we ons nog bijna verslapen om de volgende morgen de bus van 9.00 uur naar Nong Khiaw te halen. Die vertrekt, bij gebrek aan voldoende passagiers, echter ruim een half uur te laat, zodat we achteraf best nog even hadden kunnen blijven liggen.

Nong Khiaw wordt door onze reisgids een ‘parel’ in het noorden van Laos genoemd. Vlak voordat we er aankomen, zien we inderdaad een prachtig landschap aan ons voorbij trekken. De heuvels hebben iets scherpere kanten gekregen. De Nam Ou rivier slingert zich er doorheen, het doet een beetje aan Yangshuo in China denken. De bus stopt midden in het dorp, vlak naast de brug over de rivier, die in 1973 door de Chinezen is gebouwd. We nemen onze intrek in een bamboe bungalow met uitzicht over het water. De inrichting is nogal Spartaans, maar wel met eigen (hurk) wc. We zitten aan de oostelijke oever van de Nam Ou rivier, waar zich de meeste guesthouses bevinden. Later in de middag ontdekken we dat aan de westoever, de kant van het dorp, veel leuker ingerichte bungalows liggen, die nog iets goedkoper zijn ook. Eigenlijk hebben we geen zin om ons te verplaatsen, maar nadat we die nacht worden gewekt door een rat die onze appels aanvreet, is alle twijfel direct verdwenen. Aan de overzijde van de rivier bekomen we een dag later van de schrik. Op het bamboe balkon van de bungalow is het in de middagzon goed toeven. Een boek op schoot en uitzicht over de Nam Ou rivier en het karstgebergte. Als de zon achter de heuvels verdwijnt, trekken we onze, voor slechts drie euro per stuk, in Nong Khiaw gekochte sweaters aan. Het van Els haar moeder per email gekregen advies hebben we alsnog ter harte genomen: als je het koud hebt, dan koop je toch gewoon iets warms?