Onze man in Teheran

Geplaatst op

Onze eerste indruk van Teheran is niet best. Groot, vies, chaotisch en lelijk. Die eerste indruk verandert eigenlijk niet. Het is een kolossale en onoverzichtelijke stad. Het verkeer is een ramp en het oversteken van de straat een kunst op zich. Gelukkig zijn er twee metrolijnen, maar die bieden maar ten dele uitkomst. We logeren in een hotel dat voor het laatst in de jaren ’50 is gerenoveerd. Hoge plafonds, bakelieten telefoons, een ouderwets schakelbord bij de receptie, doorgezakte bedden en dubbel openslaande deuren. We wanen ons een halve eeuw terug in de tijd. Het is eigenlijk een van de weinige plekken met charme in deze stad.

Tekst loopt door onder gallery

Een van onze eerste excursies voert naar de voormalige Amerikaanse ambassade. Op deze historische plek werden in 1979-1980 gedurende maar liefst 444 dagen 52 Amerikaanse diplomaten gegijzeld. De Iraanse hardliners wilden in 1979 een herhaling van de coup van 1953 voorkomen, toen de zittende Iraanse regering vanuit de kelders van deze ambassade door de CIA omver werd geworpen. Nu heet deze plek dan ook beeldend de US Den of Espionage. Jammer genoeg kan de ambassade niet worden bezocht, omdat deze wordt bewoond door een militante groepering die de revolutie van 1979 verdedigt. Dat zijn geen gezellige types. De buitenmuren zijn dan ook voorzien van anti-Amerikaanse teksten die er niet om liegen. We slagen erin om de nodige foto’s te maken, maar als we proberen bij een van de poorten te filmen worden we door een plotseling verschijnende militair gesommeerd om daarmee op te houden. Om af te kicken bezoeken we het nabij gelegen martelaars museum. Direct na binnenkomst worden we hartelijk ontvangen door een enthousiast meisje, gekleed in een chador (dat letterlijk ‘tent’ betekent). Ze legt uit wat er allemaal te zien is en dat we naar hartelust mogen fotograferen. De benedenverdieping valt nog mee. Het betreft gesneuvelden uit de oorlog tegen Irak in de jaren ’80. Dat was geen prettige tijd en vele jonge Iraniërs lieten het leven. Niet alleen door vijandelijk vuur overigens. Ayatollah Khomeini stelde jonge soldaten het martelaarschap in het vooruitzicht door ze de mijnenvelden in te sturen. Mijnenvegers hadden ze in die tijd kennelijk niet. Toch kunnen we voor de gesneuvelde soldaten nog wel enig begrip opbrengen. Het was immers Irak dat de oorlog begon. Op de tweede verdieping liggen de martelaars van de revolutie. Kan ook nog, zou je zeggen. Op de derde verdieping gaat het echter om hele andere martelaars. Er hangen grote foto’s van Palestijnse vrouwen die zichzelf hebben opgeblazen, met vermelding van het aantal Israëliërs die daarbij het leven hebben gelaten. Werkelijk weerzinwekkend. We verlaten het gebouw hierna dan ook zo snel mogelijk.

Tekst loopt door onder gallery

Na zo’n ochtend snak je naar een gezellig terras met een lekker drankje. Helaas. Het begrip gezelligheid is hier onbekend, zeker tijdens de ramadan. In een park bij een plek waar normaliter veel jonge Iraanse kunstenaars samenkomen, is een café. Vanwege de ramadan echter gesloten. Jammer, heel jammer. Dus eten we op een bankje in de schaduw in het park onze zelf gekochte cakes op, met een flesje koud water. Tot onze verbazing zien we hier meer mensen iets drinken of eten. Kennelijk houdt niet iedereen zich aan de strakke regels.