Nomaden spotten

Geplaatst op

Ten noorden van Tabriz leven in de zomermaanden nog nomaden. Die willen we graag zien, maar om er te komen, moet je een auto hebben. Daarom charteren we via de zeer behulpzame Nasser van het toeristenbureau een student aan de universiteit. De jonge Davoud, die goed Engels spreekt, wil ons wel een dagje meenemen in zijn auto voor wat onvervalste nomad spotting. Twee uur lang rijden we noordwaarts. De wegen in Iran zijn in uitstekende staat, en dat is ook hier het geval. Het is prettig even de stad uit te zijn. Rondom ons verrijzen hoge, kale bergen. Tot onze verrassing begint Davoud niet over politiek, we hadden gelezen dat alle studenten dat zouden doen. In plaats daarvan praten we over reizen, studeren, familie en de ramadan, die morgen begint. We maken ons daar wat zorgen over, want we zijn tenslotte in Iran. Davoud verzekert ons dat alleen de restaurants overdag gesloten zijn. Winkels blijven open, dus eten kopen zal geen probleem zijn. Niet-moslims zijn bovendien vrijgesteld van het vasten overdag, wel wordt het op prijs gesteld om niet midden op straat een uitgebreide maaltijd te nuttigen. Dat wordt dus overdag eten op de hotelkamer. Niet erg gezellig, maar wel goed voor het budget. Intussen zijn we al geruime tijd door de heuvels aan het rijden en vragen we ons af of het nog wat gaat worden met die nomaden. Maar dan spot Davoud ergens in de diepte een paar tenten. Alhoewel hij zo’n nieuw model Nissan auto heeft, doet hij alsof het een jeep is. Onverschrokken stuurt hij de wagen over een pad met keien naar beneden. Als we bij de tenten arriveren worden we bestormd door een grote groep honden. Dat ziet er niet erg aanlokkelijk uit, maar al gauw komt een jongen uit een van de tenten aangerend. De beesten kalmeren wat. Davoud vraagt of we welkom zijn en dat blijkt even later het geval. Vanuit diverse tenten komt zo ongeveer de hele familie naar buiten. We worden uitgenodigd om in de grootste tent plaats te nemen en krijgen onmiddellijk thee aangeboden. Op de vloer liggen mooie tapijten. We worden met grote interesse opgenomen en Davoud vertelt waar we vandaan komen en wat voor reis we aan het maken zijn. Zo ontstaat een soort van gesprek. Het blijkt dat hier bijna nooit buitenlanders komen. Het enige eerdere bezoek dat wordt aangehaald is van een stel Russen, alweer meer dan drie jaar geleden. We hebben op aanraden van Nasser snoepjes en pennen voor de kinderen meegenomen en die vinden gretig aftrek. We hebben ook een klein fotoboekje bij ons met foto’s van Amsterdam en onze familie. Het wordt met grote interesse bekeken. De vader zet ons op de foto met zijn mobiele telefoon. Ja, ook nomaden gaan met hun tijd mee. Buiten lopen we wat rond bij de kudde schapen en we krijgen uiteindelijk bijna iedereen zo ver om op de foto te gaan. Na een uur nemen we afscheid. Davoud verzekert ons dat er nog lang over ons bezoek nagepraat zal worden.

Tekst loopt door onder gallery

Verderop langs de weg passeren we nog een aantal andere tentengroepen. Bij een ervan stoppen we. Dit kamp is veel groter dan het vorige, er wonen rond de 200 mensen. Ook hier krijgen we weer thee aangeboden en weten we maar met moeite een maaltijd af te slaan. Intussen passeren we van tijd tot tijd hele oude dorpen met lemen huizen. We stellen Davoud voor om daar ook een keer te stoppen. Bij de eerste de beste gelegenheid parkeren we de auto. We zijn het dorp nog maar nauwelijks binnengewandeld of we worden al staande gehouden door een man. Hij is nieuwsgierig en als we vragen of we zijn huis mogen zien, is dat geen enkel probleem. Het is verrassend groot van binnen en ook hier nemen we plaats op de Perzische tapijten. De hele familie voegt zich onmiddellijk bij ons. Dit keer ontkomen we niet aan een maaltijd. De man staat erop dat we iets eten en sommeert zijn vrouw van alles te brengen. Er is heerlijk knapperig dun brood, zelfgemaakte honing, geitenkaas, boter en yoghurt. Tijdens het eten houden vrouwen en kinderen zich afzijdig. De heer des huizes laat weten dat hier nog nooit buitenlanders zijn gesignaleerd. Na de lunch leidt hij ons rond door het dorp. Volgens Davoud is hij maar wat trots dat hij buitenlandse gasten aan zijn dorpsgenoten kan tonen. We rijden terug naar Tabriz waar we eind van de middag arriveren. We besluiten morgen door te reizen naar Teheran, ook al zegt iedereen hier dat het de moeite niet waard is. Maar de hoofdstad van Iran kunnen we toch echt niet overslaan. Davoud rijdt ons naar het ticket office van de volgens hem beste busmaatschappij. Ze rijden met moderne Volvo’s, dus over weigerende remmen zullen we ons geen zorgen hoeven te maken.