Dwalen door Tabriz

Geplaatst op

Tabriz is een voor Iraanse begrippen moderne stad. In het centrum rijgen de winkelstraten zich aaneen. Er is van alles te koop, van Philips scheerapparaten en flatscreen televisies tot tapijten, meubels en allerlei andere spullen die de moderne mens nodig heeft. Het verkeer is druk en chaotisch. Er rijden nog veel oude Paykan’s rond, de Iraanse auto die ergens begin jaren ’60 werd ontworpen en pas sinds drie jaar uit productie is gehaald. Ze zijn te vervuilend. De nieuwe lokale opvolger is een beetje type Nissan. Verder zien we veel oude Europese auto’s, zoals de geliefde Renault 5 in alle soorten en maten. We lopen de eerste dagen in Iran gewoon maar wat op goed geluk rond. We lijken de enige buitenlanders te zijn en bijna iedereen kijkt ons aan. Regelmatig worden we aangesproken, maar heel veel verder dan de vraag waar we vandaan komen en ‘welcome to Iran’, gaat het gesprek meestal niet. Onze eerste indruk is dat Iraniërs wel vriendelijk zijn, maar gereserveerd. Op grond van verslagen van andere reizigers hadden we verwacht dat de vrouwen zich in deze stad overwegend hip zouden kleden. De werkelijkheid is toch anders. We tellen zeker 90% van de vrouwen in het zwart. Boerka’s daarentegen hebben we tot nu toe nog niet gezien. Zo nu en dan loopt er een mevrouw tussendoor waar de lokken opvallend uit een kleurige shawl steken. Maar zij zijn in de minderheid. In de stadsbus moeten mannen en vrouwen gescheiden reizen. Ook de bushaltes zijn gescheiden. Het is een bijna lachwekkend gezicht. Verder wordt er veel gebruik gemaakt van gedeelde taxi’s. Omdat mannen niet naast vreemde vrouwen mogen zitten, en omgekeerd, heeft dat soms potsierlijke stoelendansen tot gevolg. Wat er volledig ontbreekt in Iran is alcohol. Dus drinken we ’s avonds een Bavaria 0% om de pizza weg te spoelen. Net als in Orumiyeh rijzen de hamburger- en pizzatenten hier de pan uit. Dat beschouwen we dan toch maar als een positieve verrassing.