Negen maanden onderweg

Geplaatst op

Het is lente, maar aan ons gaat deze verandering van seizoen geheel voorbij. Van de winter hebben we in Zuid Oost Azië niets gemerkt. Het begin van de lente valt voor ons samen met het moment dat we negen maanden onderweg zijn. Bijna was dat moment ongemerkt gepasseerd. We zijn inmiddels opgehouden met het tellen van de dagen. Dat wordt, nadat je de 100 bent gepasseerd, steeds minder zinvol. We werden eraan herinnerd doordat we van een ander stel dat langdurig reist de vraag kregen hoe lang wij al onderweg zijn. ‘Ruim acht maanden’, wilden we antwoorden, maar een snelle rekensom leerde dat de negende maand al bijna voorbij was. De dagen rijgen zich aaneen. Hoe langer we weg zijn, hoe makkelijker en sneller het gaat. We volgen meer dan ooit vooral onze eigen instincten. Zoals Thomas Acda zingt: één advies, vraag aan niemand ooit advies. We komen steeds meer tot de conclusie dat reisgidsen en ervaringen van andere reizigers maar in beperkte mate overeenkomen met onze gedachten. Clichés zijn waar: over smaak valt niet te twisten. De Lonely Planet vinden wij vooral nuttig om uit te zoeken hoe je ergens komt en weer weggaat, of in welk gedeelte van een stad de meeste guesthouses zijn te vinden. Voor het overige nemen we de aanbevelingen van de LP met een grote korrel zout. Overdrijven (teksten als awesome sights, breathtaking views, a must see en dergelijke) is een vak. Ook delen wij heel vaak de ervaringen van andere reizigers niet. Een goed voorbeeld is Vietnam. Hoe vaak lazen wij al niet dat de mensen hier veel agressiever en minder te vertrouwen zouden zijn dan de mensen in de buurlanden Laos en Cambodja. Nou, wij vinden dat reuze meevallen. Toegegeven, de mensen in Cambodja zijn wat liever (dat zijn dan ook boeddhisten), maar we zijn nu al halverwege Vietnam, en we vinden ook hier de mensen over het algemeen vriendelijk. Natuurlijk wil iedereen aan je verdienen, maar als je iets niet wilt, zeg je gewoon ‘nee’. Het is een kwestie van een beetje opletten en je gezond verstand gebruiken. Kortom, we gaan steeds meer onze eigen gang en trekken ons van (bijna) niemand iets aan.

Nederland missen we intussen steeds minder. En niet alleen vanwege het beroerde klimaat. In Sihanouk Ville konden we in ons guesthouse voor het eerst sinds acht maanden weer eens naar Nederlandse televisie kijken via het BVN kanaal. Dat was even leuk, maar verveelde al gauw. We volgen regelmatig het internationale nieuws en dan valt op dat Nederland daar maar nauwelijks in voorkomt. Alleen BBC World en CNN hadden aandacht voor ‘de nog niet vertoonde film’, en dat is veelzeggend genoeg. Dan waren die klompen en tulpen als visitekaartje voor Nederland zo gek nog niet. Natuurlijk missen we wel onze vrienden en familie. Dat merkten we vooral toen we vrienden in Singapore ontmoetten. Gewoon ouderwets een drankje en bijkletsen. Afspreken om de volgende dag nog maar eens te lunchen. Een gesprek voeren zonder dat Skype wegvalt en je steeds moet vragen of de ander er nog wel is. Soms zouden we dan ook wel even voor een dagje terug willen gaan, voor het voeren van een paar van die gewone dagelijkse gesprekken. Maar dan wel zo dat we een dag later weer terug kunnen. Want reismoe zijn we nog lang niet. Met ons twee gaat het nog steeds erg goed. Eigenlijk zijn we nogal saai. We zijn het vrijwel altijd met elkaar eens en hebben nooit onenigheid over waar we naar toe zullen gaan of wat we gaan doen. We zijn volledig op elkaar ingespeeld en hebben allerlei vaste routines ontwikkeld. Bijvoorbeeld tijdens het vinden van een guesthouse, het onderhandelen over prijzen, het zoeken naar een leuk restaurant en dat soort dingen. We hebben daar vaak weinig woorden voor nodig en kunnen snel beslissingen nemen. En gelukkig heeft Els een uitstekend zesde zintuig ontwikkeld. Tijdens de enige poging tot diefstal tot nu toe wist zij onze laptop uit de handen van een hebberige Thai te redden. Hoeveel reiservaring je soms ook denkt te hebben, zo nu en dan moet je gewoon een beetje geluk hebben.