Cultureel erfgoed

Geplaatst op

In tegenstelling tot Saigon en Nha Trang, is Hoi An wel een aardige plaats. Het oude centrum is tijdens de Vietnam oorlog gespaard gebleven. Cultureel erfgoed dus. Kleine straatjes met oude, geel gepleisterde huizen domineren het beeld. Of eigenlijk niet. Hoi An is het mekka van de kleermakers. Wat je ook wilt laten maken, in Hoi An kan het. We lazen het al bij veel andere reizigers: iedereen gaat hier shoppen. Wij niet, aanvankelijk. Toch besluiten we na twee dagen om een aantal kledingstukken die bijna zijn versleten te laten vervangen. In het maken van kopieën zijn ze namelijk ook erg goed. Het kost verbazingwekkend weinig en is verbazingwekkend snel klaar: binnen 24 uur. Voor het overige doen we niet erg veel. Eindelijk kunnen we een keer live naar Formule 1 kijken (helaas een saaie race). We genieten van het uitstekende stokbrood, de meer dan perfecte croissants en de nog betere pain au chocolat. Wat dat betreft verdienen de Fransen krediet: ze hebben de geheimen van hun keuken achtergelaten toen ze in de jaren ’50 het bestuur over Indochina moesten opgeven. Verder verbazen we ons over de hoeveelheden toergroepen die we in Vietnam en met name Hoi An zien. Het is duidelijk dat het georganiseerde toerisme de weg naar Vietnam gevonden heeft. Omdat er in Hoi An niet al te veel straten zijn, is het een drukte van belang. Het lijkt wel alsof alle vutters en gepensioneerden uit Europa en de USA zich er hebben verzameld, met hier en daar een verdwaald jong stel in zo’n groep. Als die mensen eens wisten hoe gemakkelijk het is om zo’n reis zelf te organiseren. De vergelijking met schapen dringt zich soms op. Er klinkt veel gemekker en als er uiteindelijk na veel gesoebat iemand een restaurant binnenloopt, volgt de hele groep gedwee. Vermakelijk om naar te kijken, dat dan weer wel. Ach ja, de zelfstandige reiziger moet soms ook een verzetje hebben.