Aanvankelijk wilden we na twee dagen in Kampot direct door naar Vietnam, maar we besluiten eerst het nabijgelegen Kep nog aan te doen. Kep ligt een kleine 30 kilometer ten zuiden van Kampot aan zee. Een rustiger alternatief voor Sihanouk Ville, aldus de plaatselijke folder. Nou, inderdaad. In Kep is zo mogelijk nog minder activiteit dan in Kampot. We logeren in de Kep Lodge, een zestal leuke bungalowtjes op een heuvel met uitzicht over zee. We zijn er vrijwel de enige gasten. Op de fiets verkennen we Kep. Veel is het niet, maar de sfeer is zeer aangenaam. Een verstilde boulevard, ruïnes van oude Franse villa’s, kapotgeschoten tijdens de Rode Khmer periode, hier en daar een visser. Kep is bijna chique te noemen. De baai waar het enige zandstrand ligt, zou zo omgetoverd kunnen worden in iets heel fraais. Twee opgeknapte villa’s, nu kleine hotels, geven een idee wat het zou kunnen worden.
Tekst loopt door onder gallery
Cambodja is ons erg goed bevallen en we hebben het idee dat we hier nog wel eens zullen terugkeren. Nergens is het echt druk, de mensen zijn vriendelijk en behulpzaam en de sfeer is erg relaxed. De vele projecten die hier worden opgezet om de mensen weer uit het dal van de jarenlange burgeroorlog te trekken, zijn hartverwarmend te noemen. Morgen reizen we verder naar Vietnam. Het visum daarvoor haalden we bij het Vietnamese consulaat in Sihanouk Ville. We steken de grens over bij Ha Tien. Deze grenspost is pas in mei 2007 opengesteld voor buitenlanders en wordt nog weinig gebruikt. Dat spreekt ons wel aan. Het is een uurtje met de tuktuk vanaf Kep. Vanaf de grens is het acht kilometer naar Ha Tien, die we achterop de motor moeten afleggen, omdat aan de Vietnamese zijde van de grens nog geen tuktuk’s of taxi’s zijn. Vietnam wordt alweer ons 15e land tijdens deze reis.
