Een wereldwonder

Geplaatst op

De Borobudur bij Yogyakarta wordt door de lokale bevolking aangeprezen als een van de Zeven Wereldwonderen. Niets is minder waar. De Zeven Wereldwonderen dateren uit de Griekse oudheid en zijn, op één na, allemaal verdwenen of verwoest. Er circuleren tegenwoordig vele lijstjes met de ‘wonderen van de wereld’. Ook worden sommige plekken wel aangeduid als het ‘Achtste Wereldwonder’, als een aanvulling op de lijst van zeven. Het is allemaal leuk en aardig, maar historisch gezien onjuist. Wat in elk geval kan worden gezegd, is dat de Borobudur wereldberoemd is. Iedereen kent de plaatjes van de oude boeddhistische stupa te midden van de groene heuvels. Alhoewel er in Indonesië nauwelijks nog boeddhisten te vinden zijn, wordt het plaatje van de Borobudur niet zelden gebruikt als hét beeld van Indonesië. En dus zijn we van Jakarta naar Yogyakarta gereisd om het allemaal met eigen ogen te bekijken. We hebben onze intrek genomen in een fijn guesthouse met zwembad. De Borobudur ligt een kleine 50 kilometer ten noorden van Yogyakarta. We hebben een auto met privéchauffeur gehuurd, omdat we geen zin hebben om met andere bleekgezichten in een minibus te zitten. Bovendien willen we op tijd zijn voor de zonsopgang. Om tien voor vijf in de ochtend klopt de chauffeur al op onze deur, tien minuten te vroeg. Gelukkig zijn we klaar voor vertrek. Het is nog donker, maar in de straten van Yogyakarta is het verrassend druk. Twee ochtendmarkten lijken al in volle gang. Kennelijk staan deze mensen direct op nadat de muezzin even na vier uur ’s nachts de oproep tot het ochtendgebed via de luidsprekers verspreidt. Als we Yogyakarta uitrijden, wordt het langzaam licht. Het heeft de afgelopen nacht heftig geregend en de straten zijn hier en daar nog nat. Zware wolken hangen dreigend boven de rijstvelden en de bergen in de verte, maar in het oosten, waar de zon opkomt, klaart het langzaam op. Om kwart voor zes rijden we het parkeerterrein bij de Borobudur op terwijl de eerste zonnestralen voorzichtig over de horizon gluren.

Tekst loopt door onder gallery

We zijn niet de eerste bezoekers, maar het scheelt niet veel. Erg druk is het niet. Ook hier zijn de aantallen toeristen dramatisch ingezakt na de bomaanslagen op Bali in 2002 en 2005. Dat is op dit moment prettig voor ons als bezoeker, maar een ramp voor de lokale economie. We wandelen door een keurig aangelegd park naar de voet van de Borobudur. Vanaf deze plek lijkt het complex nog niet heel bijzonder, maar dat verandert als we de trappen naar boven beklimmen. Hier zien we de markante ronde bouwsels, in totaal 72 stuks, wat in feite allemaal kleine stupa’s zijn waarin zich Boeddhabeelden bevinden. Het is zonder meer een indrukwekkend gezicht. De ochtendmist hangt nog over de groene omgeving en de heuvels en bergen in de verte. Een voorzichtig zonnetje schijnt zo nu en dan tussen de wolken door op de stupa’s. We zijn aangenaam verrast. Onze verwachtingen waren niet hooggespannen, omdat we hadden gedacht dat we na de tempels van Angkor niet zo snel meer konden worden betoverd. Maar de relatieve kleinschaligheid, de markante bouwsels en het serene landschap geven het geheel iets mystieks. Een absoluut hoogtepunt in onze reis. Vol overtuiging halen we dan ook de vlag tevoorschijn. Een Indonesische student volgt onze aanwijzingen hoe de foto genomen moet worden braaf op. Als we twee uur later terugrijden naar Yogyakarta weten we dat we nog een weekend te gaan hebben voordat we naar India vliegen. We besluiten dat, tussen de regenbuien door, zoveel mogelijk aan het zwembad van ons guesthouse door te brengen. We kunnen maar beter goed uitgerust zijn.