Een printje en Chinese tekens

Geplaatst op

Geen wekker vandaag. We slapen uit. Er is geen ‘must’ meer op het programma, alles wat we vandaag doen is extra. Wat nog wel moet, is het inchecken via internet bij Finn Air. Dit is, na wat eerdere pogingen gisteravond, vandaag geen probleem. We zijn dus ingecheckt, het enige wat we nog nodig hebben, is een print van de boardingpass. Op naar het business center op de tweede etage. Binnen een kwartier is hier een ware printpaniek uitgebroken, alles dames zijn achter hun desk vandaan gekomen en staan afwisselend bij ons achter de computer en dan weer bij de printer. We besluiten de prints, voorlopig even te laten voor wat ze zijn. Tijd voor ontbijt. We hebben geen zin in de stiptheidsacties van ons hotel en gaan op zoek naar een lekkere espresso met een sandwich. Het is prachtig weer en we besluiten naar de Witte Pagode in het Beihai Park te gaan. Dit blijkt een prima keuze. Het park is mooi, niet al te druk en de pagode is best indrukwekkend. We maken nog een klein boottochtje in het park en stuiten op kalligraferende Chinezen. Vol bewondering kijken we toe hoe ze heel soepel de ingewikkelde Chinese tekens, met hun kwasten in het water gedoopt, op de grond maken. Al snel worden we opgemerkt, er wordt wat gelachen en Aldert krijgt een kwast in zijn handen gedrukt. Het is nu zijn buurt om er soepel op los te kwasten. Met een zwierig gebaar staat even later de tekst ‘Groet uit Amsteram’ op straat (ja, je leest het goed, Aldert vergat de ‘d’ te tekenen!), de Chinezen kijken goedkeurend toe. Waarschijnlijk vinden zij ons schrift ook redelijk ingewikkeld.

Voor de lunch gaan we terug naar de hutongs. Op het dak van een klein restaurantje genieten we van allerlei Chinese lekkernijen. We plassen nog maar eens op een publieke wc, soms zelfs zonder Buff. Kortom we maken progressie en genieten volop. Overmoedig melden we ons nog een keer bij de massage salon van dokter Thong. Helaas, de dokter is in geen velden of wegen te bekennen. “Maybe later.” Misschien maar goed ook. Dan maar een potje thee. We nemen onze literatuur nog maar eens door. Waar en wat eten we vanavond? Juist, Chinees. Dit keer nemen we geen risico, we kiezen een restaurant dat een kaart heeft met zowel Engels/Ping Ying als plaatjes. Wanneer de ober onze opmerking ‘not too spicy’ begrijpt kan ons niets meer gebeuren. We beginnen ons al aardig aan te passen aan de Chinese manier van eten. Als de boel, vaak binnen luttele minuten, op tafel staat is het aanvallen geblazen en eten tot je erbij neer valt. Al met al duurt een gemiddeld restaurant bezoek maximaal een uur. Tijd genoeg om in het hotel nog een print poging te ondernemen. Ditmaal nemen we zelf het heft in handen en het gaat prima. Binnen no time hebben we ze in handen. We verdienen een drankje. Het wordt een fles rode Spaanse wijn. Hoe onfortuinlijk, de fles heeft kurk. Ga dat maar eens uitleggen in het Chinees. De volle fles blijft achter en wij gaan slapen.