Een koloniaal gevoel

Geplaatst op

Darjeeling is een wat vreemde plaats. Ooit door de Britten omarmd als hill station om de hitte van de vlaktes te ontvluchten. De straten kronkelen langs de berg omhoog. Veel Brits erfgoed is hier nog te zien. Helaas is het beloofde uitzicht op de hoogste berg van India (Kanchenjunga, 8598m) niet aan de orde, want gedurende de dagen dat we in Darjeeling verblijven, is het mistig en bewolkt. In plaats daarvan genieten we van High Tea in een oud Engels hotel dat net zo goed in Europa had kunnen liggen. De aankleding is prachtig, de thee heerlijk (Darjeeling!) en de bijgeleverde koekjes, sandwiches, cakes en paneer (onze nieuwe favoriete Indiase snack) smaken voortreffelijk. De prijs is dat ook, 200 roepies per persoon (ongeveer 3,60 euro) is voor Darjeeling vrij duur, maar in onze ogen natuurlijk spotgoedkoop.

We maken een wandeling naar de Butia Busty gompa, volgens de Lonely Planet het mooiste klooster van Darjeeling. Het is een steile wandeling vanaf ons hotel naar beneden. Helaas tevergeefs, het klooster is tot onze verbazing gesloten. Dat maakten we in Tibet nog niet mee. Teleurgesteld wandelen we terug, dezelfde steile klim, maar dan omhoog. Het uitzicht vergoedt iets. We sluiten af met de Observatory Hill, vanwaar ook prachtige uitzichten te bewonderen zouden zijn, maar de bewolking maakt dat onmogelijk.

Dan maar de open haard aangestoken in ons prachtige onderkomen, hotel ‘Alice Villa’, waar het goed toeven is. De manager vraagt elke middag keurig ‘are you dining out tonight, Sir?’ Zo niet, dan kan het diner in onze woonkamer worden geserveerd (jawel, we hebben een woonkamer, naast een badkamer en een aparte slaapkamer, een verdieping hoger) en één van de bedienden komt keurig het vuur aansteken wanneer je erom vraagt. Nee, die koloniale tijd was zo gek nog niet. Het leven is er in een dag tijd stukken beter op geworden.