De weg naar Siem Reap

Geplaatst op

We zijn erg blij met onze beslissing om gisteren niet verder te reizen. Vanochtend kunnen we in alle rust opstaan en ontbijten. Tegen negen uur zijn we klaar voor het passeren van de grens. Het is nu rustig bij het guesthouse en een mevrouw wil wel een deal met ons sluiten. Omdat we vroeg zijn, is het makkelijk onderhandelen. Voor 45 dollar boeken we een taxi naar Siem Reap. Die doet er vanaf de grenspost slechts drie uur over, twee uur tijdwinst ten opzichte van de bus. Ze brengt ons ook nog naar de immigratie, scheelt weer een ritje met de tuktuk. We zijn de enige westerlingen, de bussen uit Bangkok zijn op dit tijdstip nog niet gearriveerd. We beat the crowds! De grensovergang bij Poipet kennen we al van onze visarun half december. Het is een grote chaos en bovendien een corrupte bende. Nadat we zonder problemen de Thaise immigratie zijn gepasseerd, belanden we in het Cambodjaanse pandemonium. De sfeer is direct anders. Bedelende kinderen, veel houten handkarren met vracht die de grens over willen, allemaal mensen met stofkapjes voor hun mond en veel politie. We negeren alles en iedereen totdat we de Cambodjaanse grenspost bereiken. Geen vage deals met politiemensen, zoals de vorige keer. We passeren de grens zonder problemen en stappen daarna in de taxi die we al geregeld hadden en voor ons klaar staat.

Onze chauffeur zet er flink de pas in. De weg zou erg slecht zijn, maar zeker tot halverwege valt het heel erg mee. Misschien heeft Tibet ons gehard, maar op vele plekken ligt zelfs goed asfalt en de chauffeur haalt een gemiddelde van 80 kilometer per uur. Pas dichterbij Siem Reap komen er meer gaten en kuilen in de weg en slingeren we behoorlijk. Het wordt ook steeds warmer in de auto. Gelukkig duurt het niet al te lang. Na 2,5 uur zijn we er al, veel sneller dan we hadden verwacht. In Siem Reap weet onze chauffeur ineens de weg niet meer. Hij kan het guesthouse waar we naar toe willen niet vinden. Waarschijnlijk omdat hij er geen commissie krijgt. Gelukkig kunnen wij kaartlezen en zijn we inmiddels wel wat ervaren. Els spreekt een tuktuk driver aan die net een paar toeristen oppikt. Deze weet wel precies waar het guesthouse is. Om twee uur in de middag staan we voor de deur. Het is een oud Frans koloniaal pand, vlakbij de rivier en centraal gelegen. In de kamer zou je je zomaar in een hotel in Parijs in de jaren ’50 kunnen wanen. De Oostenrijkse eigenaar maakt het beeld compleet. Morgen beginnen we met de eerste ronde langs de tempels van Angkor Wat.