De weg naar Lhasa (6)

Geplaatst op

Tongmae – Basomtso

In het midden van het meer is een eilandje waar zich een klooster bevindt. Er heerst een vreemde Stephen King sfeer. Voor de grap zegt Heidi dat je er toch niet aan moet denken om hier de nacht door te moeten brengen. Dan zien we tot onze schrik dat de pontonbrug wordt losgekoppeld.

De volgende dag blijft het landschap groen. We volgen nog steeds de rivier. Diepe kloven, veel dennenbos en watervallen gehuld in regen en mist. Je krijgt bijna het idee in de jungle te zijn. Halverwege de ochtend bereiken we een soort pretpark, voor tien yuan nemen we er een kijkje. Je kunt er boogschieten, paardrijden en theedrinken in een tent. Het is eigenlijk niks en we vertrekken snel. De regen is gestopt en de omgeving verandert langzaam in een heuvellandschap. Het is duidelijk merkbaar dat we dichter bij Lhasa komen. Er zijn hier op verschillende plekken toeristische uitzichtpunten. We stoppen bij een van die punten. Je kunt je hier in traditionele Tibetaanse outfit laten vereeuwigen. Wij voelen daar niets voor. Norbu lijkt het echter een aantrekkelijk idee. Hij laat zich bontvellen en bontmutsen omhangen. Compleet met zwaard, en uiteraard zijn onafscheidelijke zonnebril, vereeuwigen wij hem.

Tekst loopt door onder gallery

Rond het middaguur bereiken we een pas van 4515 meter. Het is bewolkt maar droog. Op deze pas zijn weer ontelbare gebedsvlaggen, stenen rond de afgrond vormen een soort mandala. Op de pas treffen we een klein tentje aan. Het behoort toe aan drie pelgrims, zij zijn al acht maanden onderweg naar Lhasa. Trots poseren zij voor een foto. De zon breekt door. Hierna wordt het landschap langzamerhand wat ruiger. Bosjes en struiken duiken op. De kleurschakeringen van geel, groen naar bruin en rood zijn prachtig. We beginnen aan een afdaling tot aan een rivier. Vlak voor we Bayi bereiken vult het landschap zich met kassen. Hier wordt voornamelijk fruit in gekweekt. Dit is duidelijk te zien aan de stalletjes langs de weg. Er staat nog een excursie op het programma. De big tree. Tenpa weet er niet meer over te vertellen dan dat het hier een grote boom betreft. Om de grote boom te zien moeten we 15 yuan toegang betalen. We besluiten dat we al genoeg grote bomen gezien hebben en rijden door naar Bayi, dat we om half twee in de middag bereiken. Bayi is een grote stad met betonnen huizen. Voor het eerst sinds dagen zien we hier weer taxi’s, riksja’s en redelijk serieuze winkelstraten. Wij zijn hier voor de lunch. Dit wordt een grote misser. Wanneer we na 45 minuten wachten een enorme schotel met kip, inclusief poten en kop, geserveerd krijgen hebben we al gegeten en gedronken. Wanneer we terug naar de auto gaan regent het weer.

Tekst loopt door onder gallery

We vervolgen onze weg langs een brede (helblauwe) rivier. De weg is goed, maar het wordt drukker en drukker en daarmee dus ook gevaarlijker. Nog steeds is niemand bereid om op zijn eigen weghelft te blijven. We rijden richting het Basomtso meer, ons eindpunt voor vandaag, een rit van in totaal 270 kilometer. Het laatste stukje is de weg weer zeer slecht. Er is een gigantisch bouwproject, kennelijk wordt een dam aangelegd, en de weg richting het meer is eigenlijk een groot bouwterrein. Om het meer te mogen zien moeten we 100 yuan per persoon betalen. En het moet gezegd, het ligt er prachtig bij, omringd door hoge bergen. Het Basomtso Lake is een van de vier heilige meren van Tibet. In het midden van het meer is een eilandje waar zich een klooster bevindt. We bezoeken het zonder Tenpa en Norbu, die vertrekken direct na aankomst met de mededeling dat ze naar een disco gaan. We hebben gelezen dat er in het klooster drie nonnen wonen. We zijn benieuwd. Het eilandje is te bereiken met een pontonbrug. De eerste indruk die we krijgen is niet best, het ziet er allemaal erg vervallen uit. We klimmen behoorlijk wat trappen op, rustig aan want we zijn op 3500 meter hoogte. Dan zien we de tempel, ook niet in al te beste staat. Nonnen zijn er niet. Wel treffen we twee monniken aan, de een duidelijk aangeschoten en met een biertje in zijn hand op de trap en de ander zit binnen wat te prevelen. Er heerst een vreemde Stephen King sfeer. Uit beleefdheid draaien we wat aan de gebedsmolens en daarna vinden we het wel mooi geweest. We lopen nog wel naar een hoog uitkijkpunt. Voor de grap zegt Heidi dat je er toch niet aan moet denken om op dit vreemde eilandje de nacht door te moeten brengen. Dan zien we tot onze schrik dat de pontonbrug wordt losgekoppeld van het eiland. Er zijn er twee, de eerste is al los. Zo snel we kunnen rennen we terug naar de brug, wat nog even duurt, want we moeten het pad volgen dat helemaal rond het eiland klimt en daalt. We zijn net op tijd om de aandacht van de ponton-meneer te trekken. Hij wacht tot we aan vaste wal zijn en haalt dan de brug los. Ontsnapt aan een Friday the 13th scenario.

Tekst loopt door onder gallery

Die avond eten we in het resort, veel keus is er niet. Tot onze verbazing zijn Norbu en Tenpa al terug uit de disco. Ze vertellen dat ze vanavond in een tentje slapen. Norbu heeft een Chinese dame aan de haak geslagen en heeft grootse plannen. Wij vinden alles best. We spreken af om de volgende morgen om 08.00 uur te vertrekken. Er scheiden ons nog 370 kilometers van Lhasa. We zijn allemaal moe trekken ons niet te laat terug in het onderkomen voor vannacht in het Basomsto Lake Holiday Resort. Het is een soort Pippi Langkous huis met een grote veranda, we hebben het voor ons vieren. Op de begane grond zijn twee bedden en een badkamer. Boven nog eens twee slaapkamers, waarvan wij degene met twee bedden nemen. De badkamer delen we. Helaas is het ook hier niet mogelijk om de wc ‘normaal’ door te trekken. Gelukkig is de publieke wc om de hoek en, jawel hoe is het mogelijk, die is schoon. De twee dekbedden zijn net voldoende om ons warm te houden.