De weg naar Lhasa (7)

Geplaatst op

Basomtso – Lhasa

Dan wordt duidelijk waarom de mannen haast hebben. Vanavond is de enige vrije avond die ze in Lhasa te besteden hebben. Wij maken onomwonden duidelijk dat dat niet ons probleem is en dat we niet bereid zijn om voor een avondje disco en bijbehorende vrouwen ons leven te wagen.

Het is koud in het huis. Snel aankleden, tandenpoetsen en een bezoek aan de (nog steeds schone) publieke wc. Ook vandaag doen koffie en koekjes dienst als ontbijt. In de tent naast ons huis is nog steeds geen teken van leven. Vlak voor acht uur gaan we maar eens op onderzoek uit, de heren slapen nog.
‘Good morning, wake up, it’s eight o’clock’ zorgt ervoor dat ze wakker worden.
Van haast blijkt echter geen sprake. Ze verdwijnen, met beautycase, richting de douches. Het is al 08.30 uur wanneer de tassen op het dak gehesen worden. Een tafereel als elke morgen alleen worden de tassen dit keer zonder beschermend zeil opgeladen. Dit lijkt ons geen goed plan. Uiteraard roept Tenpa dat Norbu zegt dat dit niet nodig is. Wij dringen aan en uiteindelijk wordt alles, onder duidelijk gemor, toch opgeladen.

Het weer is goed vandaag. Het eerste uur rijden we de hobbelige weg terug van het meer naar de hoofdweg. In het eerste dorp volgt een ontbijtstop voor de mannen. Van haast is nog steeds geen sprake. Hierna is de weg prima. Er is wel veel verkeer. Bussen, jeeps en veel personenauto’s. Het maakt het er ook vandaag niet veiliger op. Het landschap verschilt niet veel van dat van gisteren. Veel groen, bergen en hier en daar wat struikgewas. Onderweg zien we wat nieuwbouw dorpen met gekleurde daken. Dan zien we een stuk waar veel yaks staan te grazen. Tijd voor een fotostop. Tenpa heeft ons immers vertelt dat er vandaag geen yaks meer te zien zullen zijn, dus dit is misschien onze enige kans. Na deze korte stop gaan we verder en er verandert niet veel aan het landschap. Tot onze grote verbazing zien we wel de ene kudde yaks, inclusief nomaden en hun tenten, na de andere. Het lijkt erop dat onze gids het niet helemaal bij het rechte eind had. Rond het middaguur bereiken we een klein dorp. We hebben na het vroege ontbijt van vanmorgen wel trek en vragen om een lunchstop. Dit gaat niet helemaal van harte, we blijken nu ineens wel haast te hebben. De stop komt er toch en we eten hier prima voor 80 yuan. De hoop op controle van de permit hebben we inmiddels opgegeven. We maken er maar een foto van. Niet veel later bevinden we ons op een 5013 meter hoge pas, de laatste van deze trip. We kopen er gebedsvlaggen en hangen deze aan een grote paal met veel meer vlaggen. Onze wens ‘Love and Happiness for all’ wordt op deze manier voor de komende jaren de wereld over geblazen. Een prettig idee.

Tekst loopt door onder gallery

Vanuit de jeep blijven de yaks, schapen en nomaden aan ons voorbij trekken. Het blijft een fascinerend gezicht. Dit zijn toch de ‘echte bewoners’ van Tibet. De weg is redelijk, asfalt met hier en daar wat kuilen. Voordat we Lhasa bereiken staat er nog een interessant bezoek op het programma. Het beroemde Ganden klooster ligt zo’n 45 kilometer ten oosten van Lhasa. Dat laten we natuurlijk niet links liggen. De weg ernaar toe gaat stijl omhoog, het klooster ligt op 4800 meter hoogte, en ziet eruit alsof die net is aangelegd. Asfalt, strepen en zelfs een vangrail. We betalen 45 yuan per persoon voor de toegang. De ligging van het klooster is letterlijk en figuurlijk adembenemend. Hoog in de bergen met een waanzinnig uitzicht over de vallei. Het is gesticht in 1417, maar is tijdens de Culturele Revolutie verwoest. Sinds de jaren ‘80 wordt het, net als vele andere kloosters in Tibet, weer opnieuw opgebouwd. In de hoogtijdagen leefden er zo’n 2000 monniken, vandaag de dag zijn het er slechts 300. Tenpa heeft duidelijk geen zin om ons te gidsen, dus we gaan zelf op onderzoek uit. Tempels, kapellen, de geur van yakboter kaarsen en bankbiljetten zie je waar je ook maar om je heen kijkt. In het klooster worden ook gebedsboeken gedrukt. We nemen er een kijkje en zien de mallen staan. Helaas zijn de monniken tijdens ons bezoek niet aan het werk. Tegen het eind van de middag stappen we voor de laatste keer in de jeep. Lhasa is niet ver meer. Nog maar 45 kilometer. Dit blijken niet de meest makkelijke kilometers te worden. Norbu gedraagt zich als een paard die de stal ruikt. Hij rijdt het laatste stuk geheel onverantwoord. We rijden ruim 100 kilometer per uur, op de verkeerde weghelft wel te verstaan en net voor de bocht inhalen is geen uitzondering. Tijd om in te grijpen! Tenpa gedraagt zich onverschillig als we aangeven dat er save gereden moet worden en we moeten drie keer aandringen om te zorgen dat Tenpa deze dringende boodschap aan Norbu doorgeeft. Dan wordt duidelijk waarom de mannen haast hebben. Vanavond is de enige vrije avond die ze in Lhasa te besteden hebben. Wij maken onomwonden duidelijk dat dat niet ons probleem is en dat we niet bereid zijn om voor een avondje disco en bijbehorende vrouwen ons leven te wagen. Het helpt iets. Dan zien we vanuit de verte het Potala Paleis opdoemen. Dit heeft onmiddellijk een rustgevende werking. Tenpa vouwt zijn handen en begint gebeden te prevelen, zelfs Norbu neemt gas terug. Om 18.00 uur rijden we Lhasa binnen. Het ziet er lelijk uit, het is druk en betonnen gebouwen voeren de bovenhand. Niets verraadt dat dit de allerheiligste stad van Tibet is. Binnen een paar minuten staan we voor de deur van het Kyichu hotel. We springen opgelucht uit de auto. Tassen worden van het dak en uit de auto gehaald. Het hotelpersoneel staat al klaar om ons te verwelkomen en de bagage in ontvangst te nemen. Het is een drukte van belang, we moeten wennen aan al het lawaai. Het lijkt er bijna op alsof we een heuse expeditie gemaakt en overleefd hebben.

Tekst loopt door onder gallery

Bij het inchecken staan er wat Nederlandse toeristen naast ons te hijgen. Zij zijn zojuist aangekomen, per vliegtuig, en moeten duidelijk wennen aan de hoogte van 3655 meter. Wij zijn net 1000 meter gedaald en hebben nergens last van. In de lobby zie ik het boek Zilver van Adriaan van Dis liggen. Snel prop ik het in mijn tas. Het is Nederlands, dus van ons. Lekker om weer iets te kunnen lezen. We moeten nog even wachten op de sleutel, ik loop naar de hoek om een koud biertje te kopen. Wanneer ik terugkom is er niet alleen een sleutel van een heerlijke hotelkamer, maar ook een pakketje van het Apple center in Kunming. Een nieuwe stekker! We kunnen ons geluk niet op. Straks mogen we in een zacht bed, onder een warme douche en onze wc zo vaak doortrekken als we zelf willen. We hebben het verdiend. De overland trip naar Lhasa is volbracht.