De weg naar Lhasa (3)

Geplaatst op

Yanjing – Rawa

Dan zien we tot onze verbazing dat Norbu tijdens de lunch zijn jeep gewassen heeft. Zou de rest van de weg zo goed zijn dat de jeep schoon blijft? De aap komt al snel uit de mouw. Norbu is niet van plan om door te rijden. Dit moet de stop voor vandaag worden

Het sanitaire gedeelte laten we deze ochtend voor wat het is, gezien onze ervaringen van gisteravond. Het ontbijt bestaat uit rijst met ei en tomaat en onze eigen meegebrachte koffie en thee. Het belooft een lange dag te worden. Het programma geeft aan dat we vandaag negen uur moeten rijden. Het weer is prima, weliswaar bewolkt, maar de temperatuur is aangenaam met zo’n achttien graden. We beginnen met een bezoek aan een katholieke kerk die op een kwartiertje rijden van het dorp ligt. De kerk is verlaten, er is geen pastoor, koster of wat dan ook te bekennen. Het is een vreemd gezicht om hier, te midden van al het Boeddhisme, Jezus aan het kruis te zien hangen, aan de linkerkant geflankeerd door een portret van Maria. De glas-in-loodramen, plafond schilderingen, de aanwezige kruizen en natuurlijk de biechtstoelen maken het geheel af. Vooral Tenpa blijkt onder de indruk te zijn. Hij is benieuwd naar de kerkelijke gebruiken en wil al knielend en biddend op de foto. Na een kwartiertje houden we het voor gezien.

De weg gaat door zoals we hem gisteren hebben verlaten. Vele kilometers wegwerkzaamheden en werkers in tenten trekken aan ons oog voorbij. Af en toe moeten we kort stoppen, omdat een vrachtwagen of een ander obstakel de weg blokkeert. Het overige verkeer bestaat voornamelijk uit Tibetanen op de motor, afgewisseld met ezels, paarden en geiten. Dan doemt, geheel uit het niets, zomaar een grote rode moderne brug op, die nog het meest aan de Golden Gate Bridge doet denken. Dit is echter de enige opleving in het wegdek. Voor en na de brug blijft de weg even beroerd. De zon is inmiddels doorgebroken en het is aangenaam warm. Rond het middaguur bereiken we de hoogste pas van vandaag. We zijn op 4000 meter. Er is voorlopig nog geen zicht op een plaats om te lunchen. De eerste gelegenheid hiervoor is in Mangkang, Tenpa weet te vertellen dat dit plaatsje nog minstens 40 kilometer van ons verwijderd is. En dat is een heel eind, met een weg in deze conditie. Het landschap is na de pas ingrijpend veranderd, we zien steeds meer bos. Het groen, afgewisseld met gele, rode en bruine herfstkleuren is een welkome afwisseling op de eindeloze, rotsachtige bergen en slingerende weg hoog boven de Mekong rivier, zoals we die de afgelopen twee dagen hebben gevolgd. In een vallei zijn talloze Tibetanen op het land aan het werk. De mannen dragen rode banden in hun haar, dit moeten Khampa’s zijn. Het vee loopt los door de dorpen, net als de Yaks, geiten en varkens. Er zijn er vandaag niet echt veel, maar elk dorp dat we passeren blijft een feest. De dorpelingen stoppen met wat ze aan het doen zijn en staan zwaaiend langs de weg. Uiteraard zwaaien wij vol enthousiasme terug. Eigenlijk zou je in ieder dorp wel even willen stoppen maar helaas, we moeten nog heel wat kilometers vandaag. We zien zelfs wat kinderen langs de weg salueren, zou dit de Chinese invloed zijn? Opvallend is hier ook het grote aantal Tibetanen dat zich per motor verplaatst. Hele gezinnen rijden op de prachtig versierde motoren. Bloemen, linten en kleedjes op het zadel fleuren de boel op. Stofwolken stuiven op wanneer een auto gepasseerd wordt. Alles zit onder het stof. Norbu wordt er chagrijnig van. Hij wil dat we de ramen dichthouden. Wanneer het op zijn jeep aankomt blijkt hij behoorlijk gevoelig. Vooral niet de deur te hard dicht slaan, niet op de banken leunen wanneer je je achterin probeert te wurmen en vooral geen stof in de auto. Maar wanneer Norbu weigert de airconditioning aan te zetten, dat zou slecht zijn voor de accu, kiezen wij er toch voor om de ramen open te doen. Hij zoekt het maar lekker uit.

Tekst loopt door onder gallery

Plotseling houden de wegwerkzaamheden op. De tenten langs de weg worden ingeruild door witte Tibetaanse huizen. Een paar kilometer hebben we een prima weg. Dan blijkt dat we te vroeg hebben gejuicht, de werkzaamheden worden gewoon hervat. De weg lijkt hier nog slechter dan we tot nu toe hebben gehad. Over de veertig kilometer tot aan Mangkang doen we bijna drie uur. Het is dan ook al ver in de middag als we er voor de lunch arriveren. De wc die zich op een soort braakliggend terrein bevindt, neemt de eerste plaats in het wc klassement moeiteloos over. Een kwestie van je neus achterna lopen. We bereiden ons voor op het vervolg van de route, er zijn nog heel wat kilometers te gaan. Dan zien we tot onze verbazing dat Norbu tijdens de lunch zijn jeep gewassen heeft, hij is zelfs de binnenkant met een kwastje aan het schoonmaken. Zou de rest van de weg zo goed zijn dat de jeep schoon blijft? De aap komt al snel uit de mouw. Norbu is niet van plan om door te rijden. Dit moet de stop voor vandaag worden. Er volgt een korte maar krachtige discussie die in ons voordeel wordt beslist. We rijden door tot – denken wij dan nog – Dzogong. Na Mangkang is de weg stukken beter. Lange tijd ligt er zelfs asfalt. We zijn nu op de zuidelijke Sichuan Highway, die vanaf Chengdu naar Lhasa gaat, al moet het woord highway natuurlijk niet al te serieus worden genomen. Er volgt een pas van 4338 meter, maar Norbu heeft inmiddels het gaspedaal gevonden en van stoppen is geen sprake meer. We zien prachtige groene weiden met zwarte nomaden tenten. Heuvels vol met yaks, schapen en nog meer nomaden families. We kijken onze ogen uit en weten uiteindelijk Norbu te laten stoppen voor wat foto’s. Dit is misschien wel het meest indrukwekkende stuk van de trip. Het laat in ieder geval een zeer onverwacht Tibet zien. Grote stukken groen, vruchtbaar land, prachtige dorpen, rivieren, veel bewoners en nog veel meer vee. Wanneer we zelfs verkeersborden op de geasfalteerde weg aantreffen vragen we ons af of we wel in Tibet zijn. We schieten in ieder geval lekker op. Rond 18.15 uur bereiken we het plaatsje Rawa. Wij denken voor een korte stop, maar niets is minder waar. Norbu is moe en wil niet meer verder rijden. Er volgt een vergadering rond de motorkap. Routebeschrijving, faxen, kaarten en schema’s worden erbij gehaald, aantekeningen over het aantal nog te rijden kilometers tot Lhasa worden gemaakt. Wanneer Norbu plechtig belooft dat we morgen weer geheel op ‘schema’ zullen zijn, besluiten we dat dit onze overnachtingsplek voor vandaag wordt. Het belooft hierdoor morgen wel een hele lange dag te worden om – volgens het schema – te kunnen overnachten bij het Rawok Meer, want dat ligt zo’n 400 kilometer verderop.

Tekst loopt door onder gallery

In Rawa wacht ons een ware verrassing. Werkelijk in the middle of nowhere bevindt zich een heus resort, midden tussen de bergen aan de rivier. Er is zelfs een gevuld zwembad. De kamers zijn een soort bungalow. Zoals gebruikelijk zijn er twee bedden, ook dit keer met dekbedden. Er is een badkamer met bad, douche en zelfs een westerse wc. Helaas behoort doortrekken ook hier niet tot de opties. Dat doe je met het bijgeleverde teiltje. Gelukkig zijn er geen Chinezen die van onze wc gebruik maken. Voor 160 yuan per nacht vinden we dit geen slechte deal. Om de routeperikelen te vergeten drinken we in een van de pagodes aan het zwembad met de Noren een biertje. We vinden het helemaal niet erg dat Norbu niet verder wil rijden, we zitten hier prima. Met zijn allen gaan we in het restaurant eten. Ook hier volgt weer een gang naar de keuken en komen, na lange tijd, de gerechten op tafel. Echt goed is het niet te noemen. We rekenen uiteindelijk 160 yuan af. Meer dan van het eten, genieten we van de prachtige sterren aan de hemel. Zoveel sterren en zo helder hebben we nog niet eerder gezien. Wanneer de elektriciteit uitvalt, wordt het uitzicht alleen maar indrukwekkender. De badkamer daarentegen blijkt bij nadere inspectie iets minder indrukwekkend te zijn. In tegenstelling tot de vorige guesthouses is er deze keer alleen heet water, wat het douchen knap lastig maakt.