De stad van Tsaar Peter

Geplaatst op

Direct na het instappen is ons bezoek aan Duitsland voorbij. Elke wagon heeft een provodnik (in ons geval een vrouwelijke variant daarvan, een provodnika), zeg maar de opzichter van de wagon. Zij spreekt uitsluitend Russisch. Communicatie is zo goed als onmogelijk. Onmiddellijk starten we met het leren van het Russisch alfabet. Je spreekt daarmee weliswaar nog steeds geen Russisch, maar je kunt de borden en opschriften wel enigszins ontcijferen. Aanvankelijk zijn we de enige passagiers in de wagon. De driepersoonscoupé hebben we privé met z’n twee. Het is even wennen aan het ritme van de trein, de stapelbedjes, de kleine wasbak en ons meegebrachte proviand. Maar binnen mum van tijd voelt het als onze coupé. Eindeloze bossen in het oosten van Duitsland zoeven voorbij. Bij de Duits-Poolse grens is tot onze verrassing een douane-controle. Kennelijk doet Polen niet mee met het Schengen-verdrag. Daarna verandert er weinig aan het landschap, nog steeds eindeloze bossen. Wel worden de huizen steeds kleurlozer en zien we vooral oudere Volkswagens over de wegen rijden. Tegen het vallen van de avond stopt de trein in Poznan, waar een groep Polen de wagon betreedt. Eindelijk wat leven in de brouwerij. Een van hen vertelt later die avond dat hij zo van Nederlanders houdt, omdat Nederlanders caravans hebben. Ik vertel hem dat wij in Amsterdam geen caravans hebben. Wij fietsen. Dat vindt hij minder geslaagd, maar als ik vervolgens de naam Leo Beenhakker laat vallen (coach van het Poolse voetbalelftal), begint de man alsnog te glunderen. Voetbal verbroedert. Rond middernacht zijn we in Warschau.

Tekst loopt door onder gallery

Vroeg in de ochtend houden we stil bij de grens met Wit-Rusland. De trein moet een hangar in, waar de onderstellen worden vervangen. Het Russische spoor is namelijk breder dan dat bij ons. De droom van Stalin om heel Europa op diezelfde spoorbreedte te krijgen, is er nooit van gekomen. De operatie neemt zo’n twee uur in beslag, voorafgegaan door een douane-controle die achteraf erg mee blijkt te vallen. De gehele woensdag vermaken we ons met lezen, muziek luisteren, uit het raam staren naar het voorbijtrekkende Wit-Russische landschap (nog steeds veel bossen) en zien we de eerste Lada’s op de over het algemeen verlaten wegen. We passeren Minsk en denken terug aan het voetbal commentaar van Harry Vermeegen, die het tijdens een interland steeds had over ‘de Wit-Rus’ (de namen van de spelers waren hem onbekend). In Orsia stopt de trein maar liefst twee uur. We mogen er even uit en wisselen tien euro voor veel Wit-Russische roebels om wat fruit en dergelijke te kopen. Het is allemaal spotgoedkoop hier, dus we houden heel veel straks waardeloze Wit-Russische roebels over. Terug wisselen naar euro is hier geen optie. Het is heerlijk weer, dus de stop is bepaald geen straf. Onze Poolse vrienden willen graag als groep op de foto, een taak die Aldert met plezier op zich neemt.

Tekst loopt door onder gallery

Tegen de avond passeren we de grens met Rusland. Daar is geen douane-controle meer. Inmiddels staat de klok twee uur verder, en dat betekent dat we om 06.15 uur in Sint-Petersburg arriveren. Alhoewel het al licht is, is het voor ons gevoel nog midden in de nacht. Rond 07.00 uur die ochtend zijn we in ons hotel. De eerste kennismaking met Rusland voelt als een hele koude douche. Hoewel we dat wel wilden, een (koude) douche. Niets daarvan! De dames achter de receptie hebben duidelijke instructies. Inchecken vanaf 12.00 uur. Daar staan we, ’s morgens vroeg. Het is koud, we hebben trek, slaap en twee dagen niet gedoucht. Als ware Sovjet-soldaten blijven de dames achter de balie onvermurwbaar. Eerder inchecken is niet mogelijk. Er zit niets anders op dan ons neer te leggen bij het onvermijdelijke. We nestelen ons op een bank in de lobby. Wachten tot de beide wijzers van de klok bovenaan staan. Als we eenmaal op onze kamer zijn beland, wordt duidelijk dat dit hotel uit het Sovjettijdperk stamt. In de lobby leek het nog wat, maar de kamers zijn nog in geheel authentieke staat. Sinds de bouw nooit meer wat aan gedaan. Vanuit onze kamer kijken we uit over de skyline van de historische stad, die in 1703 werd gesticht door Tsaar Peter I van Rusland (ook wel Peter de Grote genoemd). Vlakbij ons hotel ligt de ‘Aurora’ op nieuwe toeristen te wachten. Vanaf dit schip zou Lenin in 1917 de eerste schoten van de Russische revolutie hebben gelost. Lenin veranderde de naam van de stad in Leningrad, maar sinds het einde van de Sovjet-Unie is de oorspronkelijke naam weer in ere hersteld. We zijn nog wat wankel van de lange treinreis, dus we bewaren de oude binnenstad en de overige bezienswaardigheden voor de komende drie dagen.