Na een paar dagen stedelijk genieten halen we onze campervan op. In bijna vier weken gaan we van Sydney naar Darwin rijden. Eerst zuidelijk richting Melbourne, daarna dwars door het midden van dit gigantische continent naar het noorden. We moeten even omschakelen, het is verbazingwekkend hoe snel je went aan stedelijke gemakken. We hebben deze keer een Toyota. Beetje hetzelfde idee als de Volkswagen in Nieuw-Zeeland, maar toch net even anders. Same same, but different, zouden de Thai zeggen. We inspecteren de campervan nauwgezet, wijs geworden als we zijn van vijf weken kamperen in het land van de Kiwi. Alles is in orde en een klein uur nadat we ons hebben gemeld rijden we het terrein van Apollo af. Op weg naar de Blue Mountains, dat maar een uurtje rijden van Sydney verwijderd is.
Makkelijker gezegd dan gedaan. De routebeschrijving die we hebben gekregen om de stad uit te komen, blijkt niet helemaal accuraat. In plaats van buitenwijken doemt al gauw downtown Sydney voor onze neus op. Dat is niet de bedoeling. Gelukkig is Els inmiddels een volleerd kaartlezer en het duurt niet lang of we zijn alsnog op de goede weg. De Blue Mountains doen in de verte een beetje aan de Grand Canyon denken. Maar dan veel minder diep. Australië is het oudste continent ter wereld en daarom ook verreweg het platste. Echt hoge bergen zijn er niet en dus zijn ook de valleien in de Blue Mountains niet bijzonder diep. Hoogtepunt zijn hier de Three Sisters, een bijzondere rotsformatie die gemakkelijk vanaf een parkeerplaats te bezichtigen is. Komt dat even mooi uit. Vanaf onze kampeerplek in Katoomba zijn we er binnen enkele minuten. De ochtendzon zet het geheel in een mooie gloed. We laten ons nog verleiden om een wandelpad naar een ander uitzichtpunt te volgen, maar daar eenmaal aangekomen, blijkt dat het mooiste uitzicht toch echt vanaf de parkeerplaats te bewonderen is. We hadden het kunnen weten. Het heet niet voor niets het Queen Elizabeth viewpoint.
