Bob Ross en de Temple of Heaven

Geplaatst op

Ons eerste Chinese ontbijt. We beginnen voorzichtig met toast en jam. Beetje saai, dus al snel volgt wat rijst, noodles en een eitje. Gisteravond zijn we meteen onze Lonely Planet kwijtgeraakt. Het eerste doel voor vandaag staat daarmee vast, een nieuwe kopen. Makkelijker gezegd dan gedaan. In heel Beijing blijkt geen LP van Beijing te koop. Handig! De winkels hier zijn niet anders dan bij ons, alle grote merken zijn te koop. Wat je in Nederland niet hebt, zijn de vele eetstalletjes. Met name de hele lange saté prikkers met vlees, inktvis en torren zijn populair. Wij slaan nog even over. Ons plan om de Verboden Stad te bezoeken valt letterlijk in het water. Het regent. Nieuw plan, we gaan naar de Temple of Heaven. Gezien de gigantische afstanden die je in deze stad moet afleggen, is lopen geen optie. We nemen de metro. Voor 10 eurocent heb je een kaartje. De metro is schoon, maar redelijk afgeladen. Na een dag valt het al op dat er bijna geen westerlingen zijn. Chinezen daarentegen zijn er genoeg. Onderweg worden we aangesproken door twee studenten. Ze spreken goed Engels en zijn studenten van de kunstacademie. Uiteraard moeten we met ze mee. Hoewel gewaarschuwd, laten we ons toch meenemen. In het museum waar ze werken krijgen we een rondleiding. We zien prachtige Samurai-pakken, Ming vazen en een maquette van de Verboden Stad. Doel van dit bezoek is natuurlijk dat we iets van ze kopen. Dat doen we ook. Nu kunnen we het nog mee terug naar huis nemen. We zijn de trotse bezitters van een Chinese Bob Ross, een afbeelding van het Karstgebergte. Prachtig. Dan is het daarna echt tijd voor de Tempel van de Hemel. In de motregen genieten we van de serene rust die hier heerst.