Betalen met kip

Geplaatst op

Vanuit Chiang Rai reizen we met de bus naar de grens met Laos. Het is een uur rijden naar de plaats Chiang Kong, waar we bij de Thaise immigratie eenvoudig ons exit stempel krijgen. Daarna dalen we af naar de oevers van de Mekong. Die rivier zagen we al eerder, een heel eind verderop stroomopwaarts in Tibet. Met een bootje worden we overgezet naar Laos. De grensformaliteiten verlopen soepel. We moeten een formulier invullen, 35 dollar betalen en dan mogen we voor 30 dagen het land in. Direct achter de grenspost ligt Huay Xai. Het is een rustig dorp, waar zowel met Thai baht als met de ‘kip’ kan worden betaald, de munteenheid van Laos. Nadat we bij een guesthouse hebben ingecheckt wandelen we naar een tempel die op een heuvel aan het einde van een lange trap boven het dorp ligt. Het complex ligt er vredig bij. Jonge monniken in oranje gewaden doen de was, de vogels fluiten en naar het westen glinstert de Mekong in de brandende middagzon. Dat laatste duurt echter niet lang. Zodra de zon achter de heuvels zakt, wordt het behoorlijk koud. We prijzen ons gelukkig dat we ieder nog een thermoshirt en twee paar sokken hebben meegenomen. Eigenlijk hebben we voor deze temperatuur net iets te weinig kleding bij ons. Het is de keerzijde van het concept travel light. Omdat we ongeveer een week door de heuvels van Noord Laos willen reizen en pas daarna weer zuidwaarts gaan moeten we dus nog even doorbijten, maar overdag is de temperatuur zeer aangenaam, dus dan warmen we lekker op.