Apen in Ubud

Geplaatst op

Als de koorts bij Els na een paar dagen is gezakt verplaatsen we ons naar Ubud, dat het culturele hoogtepunt van Bali zou moeten zijn. Het is een uur rijden met een minibus, nog net te doen als je niet helemaal lekker bent. De accommodaties zijn hier zonder uitzondering uitermate sfeervol te noemen. Over het algemeen wat duurder dan in Kuta, maar we hebben kennelijk een instinct ontwikkeld om vrij snel een goede deal te vinden. Voor wederom slechts tien euro betrekken we kamer als een balzaal zo groot, in de badkamer verdwaal je, we hebben een terras met uitzicht op tropisch groen en het zwembad is een prettige bijkomstigheid.

Het contrast met Kuta is groot. In plaats van jong en dronken zijn de toeristen hier wat ouder en rustiger. Het vertier bestaat voornamelijk uit restaurants die na een uur of tien ‘avonds gesloten zijn. Daarna is er niets meer te beleven en horen we vanaf ons terras alleen nog maar het geluid van honderden krekels. Of van een tropische regenbui. De moesson is behoorlijk actief, in de krant lezen we van overstromingen in Jakarta. De tweede avond breekt een waar noodweer los. De regen is zo heftig dat het pad langs ons terras verandert in een snelstromende bergbeek. Gelukkig zitten we droog. Met de gezondheid van Els gaat het intussen nog steeds niet optimaal, dus we doen rustig aan. We genieten van het Indonesisch eten. Nasi goreng, babi ketjap, saté ayam, krupuk, soto ayam, het is er allemaal en we eten elke dag met veel plezier. Na twee dagen veroorloven we ons een kleine excursie. Op slechts vijf minuten lopen van ons onderkomen ligt het Monkey Forest Sanctuary. Er wonen ongeveer 300 Balinese makaken. Tussen de aapjes lopen is altijd goed voor het herstellingsproces en Els knapt er dan ook zienderogen van op, al is het tijdelijk en moeten er ’s middags nog maar weer wat pillen worden ingenomen. Soms zit het mee, soms zit het tegen.