Slagbomen en pitstops

Geplaatst op

Tingri – Nyalam – Zhangmu

Weer een paar kilometer lager liggen we al tweede, en het gat met de rest wordt snel groter. Het voelt als een echte Formule 1 race, compleet met herstart en safety car situaties.

We staan pas op als de zon op is, geen reden om haast te maken vanochtend. Na een ontbijt met pannenkoeken wandelen we wat rond door Tingri. Alhoewel de zon schijnt, is het fris. De winterkou hangt al in de lucht. Tingri is klein en volledig Tibetaans. We besluiten dat het niet veel zin heeft om hier te blijven, we hebben het na een uurtje wel gezien. Daarna ontspint zich een langdurige discussie met Lakpa, die vooral door John en Ruth wordt gevoerd, omdat zij in het Chinees met hem kunnen communiceren. Er wordt gebeld met de eigenaar van het bureau die ons deze trip heeft verkocht. Na veel heen en weer gepraat lijkt er wel sprake te kunnen zijn van een korting, maar al gauw blijkt dat die dan op het salaris van onze chauffeur zal worden ingehouden. Dat gaat ons te ver, Lakpa is een sympathieke vent, rijdt goed en kan er volgens onze inschatting eigenlijk niet veel aan doen. Bovendien hebben we in vergelijking met anderen een erg goede prijs voor deze trip betaald, slechts 5400 yuan, de meeste anderen die we spraken zaten ver boven de 6000 yuan. Eind van de ochtend sluiten we de discussie kort en besluiten verder te gaan. We hebben Everest Basecamp gezien en in Tingri blijven is ook geen optie. We zijn overigens niet de enigen met gedoe. Een Fransman beklaagt zich een uur lang bij zijn chauffeur dat hij geen minuut langer in Tingri wil blijven, maar de chauffeur maakt niet veel aanstalten om te vertrekken. De Fransman ziet er erg ongelukkig uit. Het doet me denken aan een gevleugelde uitspraak in het boek van Dolf de Vries over India.
‘There is too much tension in you Sir!’ zei de Indiër als Dolf zich weer eens opwond over niet nagekomen afspraken.

Tekst loopt door onder gallery

De weg is na Tingri niet langer verhard. Dwars door het nog altijd bruine landschap slingeren we weer omhoog, op weg naar de laatste pas van deze trip op 5120 meter. Vlak voordat we de pas bereiken, verschijnt de ene na de andere witte top aan de horizon. We zien op rechts de machtige wand van de Shishapangma, alweer een heuse achtduizender. Op de pas heeft zich een irritante menigte Tibetanen verzameld, die alles in het werk stellen om op een foto te komen en er dan geld voor te vragen. We hebben er geen zin in en proberen ze af te poeieren, wat maar met moeite lukt. Daarna slingert de weg naar beneden. Lakpa heeft een verlate lunchstop beloofd binnen een uur of twee rijden, maar dan worden we onverwacht tegengehouden door een blokkade. Tot aan de grens met Nepal wordt aan de weg gewerkt, en deze is tussen Nyalam, onze lunchstop, en de grensplaats Zhangmu overdag gesloten voor alle verkeer. Maar nu dus al een stuk voor Nyalam. Gelaten schuiven we aan in de rij jeeps, er staan er een stuk of tien plus nog wat vrachtwagens. Ruim twee uur duurt het. Net als wij besluiten een stukje te gaan wandelen, gaat de slagboom open en kunnen we door. Drie kwartier later, rond kwart voor vijf, bereiken we Nyalam. Het is er een drukte van belang, kennelijk waren andere jeeps hier al eerder beland. Als veertiende auto staan we opnieuw voor een slagboom. Lakpa maant ons snel iets te gaan eten, want rond zes uur vanavond zou de weg opengaan voor de laatste twee uur rijden naar Zhangmu, wat eigenlijk een lange afdaling is vanaf het Tibetaanse plateau richting de Nepalese grens. We duiken een Sichuan restaurant in en bestellen onze favoriete gerechten, ei met tomaat en fried rice met sojasaus. Intussen probeer ik een wc te vinden, maar dat blijkt onmogelijk, dan maar achter een paar vuilnisbakken in een steegje. Nood breekt wet. Tegen zessen zitten we gevieren weer in de auto. John speelt een partijtje voetbal met een Tibetaanse jongen en schiet en passent bijna het hoofd van een oude man eraf. Gelukkig valt het allemaal mee, de omstanders vinden het spelletje geweldig.

Tekst loopt door onder gallery

Het duurt tot kwart voor zeven voordat de slagboom opengaat. En op dat moment komen de bijzondere chauffeurs kwaliteiten van Lakpa tot uiting. We staan veertiende in een lange rij jeeps, met achter ons nog zeker hetzelfde aantal. Allemaal gaan ze naar Zhangmu en allemaal moeten ze daar straks op hetzelfde tijdstip een overnachtingsplek vinden. Dat krijg je als de enige weg die er is de hele dag wordt afgesloten. Het viel mij al op dat Lakpa de handrem had losgetrokken om zichzelf een stukje naar achteren te laten zakken, zodat er ruimte met zijn voorganger ontstond. Ook had hij de wielen al gekeerd richting de rijbaan. Dat opgeteld bij de kennelijke mindere alertheid bij sommige andere chauffeurs maakt dat we bij vertrek onmiddellijk zes auto’s passeren. De eerste kilometer na Nyalam passeert Lakpa er nog een aantal, zodat we al snel vierde liggen. En het is nog niet genoeg. Weer een paar kilometer lager liggen we al tweede, en het gat met de rest wordt snel groter. Mooi zo, dit voelt helemaal goed! Intussen is de weg bedroevend slecht, er wordt hier niet voor niets aan gewerkt. Daarbij begint het ook nog te regenen. Diepe kuilen, modderpoelen en hobbels maken het rijden lastig. De weg slingert zich in hoog tempo naar beneden. Dat moet ook wel, want Zhangmu ligt op 2300 meter, bijna drie kilometer lager dan de laatste pas die we passeerden. We duiken een beboste vallei in, met diep beneden ons een rivier. Het is prachtig, maar helaas is het nogal mistig door de regen. Twee keer verspelen we een voorsprong doordat een vrachtwagen de weg blokkeert. Lakpa laat zich echter nergens door weerhouden en uiteindelijk rijden we om kwart over acht als eerste Zhangmu binnen, met ruime voorsprong op de concurrentie. Het voelt als een echte Formule 1 race, compleet met herstart en safety car situaties. Desondanks hebben we geen moment het gevoel gehad dat Lakpa onveilig rijdt. We hebben al rijdend (of beter gezegd: hotsend en klotsend) een hotel uit de Lonely Planet aan Lakpa doorgegeven en hij stopt keurig voor de deur. De prijs is veel te hoog, maar we hebben een tweepersoonskamer met grote douche en eigen wc en dat vinden we al heel wat na deze trip. We besluiten de avond met een hapje eten en een paar biertjes, waarbij we met de Engelsen de stand van zaken in de wereld en dan met name het voetbal doornemen. Intussen vragen we ons af hoe het met Lakpa verder gaat. Die kondigde aan dezelfde avond nog terug te rijden naar Nyalam vanwege de blokkade morgen overdag en dan daarna in een dag door naar Lhasa. Het is een hard leven voor de chauffeurs.