Rotte eieren

Geplaatst op

Als we wakker worden aan de oevers van het Taupo meer, is het mooi weer. We zijn goed gestemd, want vandaag gaan we één van de hoogtepunten van het Noordereiland bezoeken, de plaats Rotorua, bakermat van Maori cultuur en van veel vulkanische activiteit. Vol goede moed rijden we noordwaarts. Al gauw begint het te regenen. Het blijkt een voorteken van wat ons verderop te wachten staat. We stoppen bij de Craters of the Moon. We zien de rookwolken al van veraf de lucht in kringelen. We zijn teleurgesteld als blijkt dat we voor de toegang moeten betalen. Dan maar een foto van afstand, er is immers nog veel meer vulkanische activiteit in de omgeving. Als we verder rijden, blijkt dat de Nieuw-Zeelanders om zo ongeveer elke blubberende poel een hek hebben gezet en veel dollars vragen om naar binnen te mogen. Dat gaat ons te ver. Natuur behoort gratis te zijn, vinden wij, zeker in een land als dit, waar bijna alleen maar natuur te vinden is. Bovendien is het vrij vervelend aan het regenen, en dat verhoogt de feestvreugde natuurlijk niet. Uit de folders die we bij ons hebben, blijkt dat de diverse Maori musea vooral gewijd zijn aan de kunst van het houtsnijwerk. Dat zagen we al in overvloed in het Te Papa museum in Wellington, dus we rijden direct door naar Rotorua, het centrum van vulkanische activiteit. Als we uitstappen, overheerst de geur van rotte eieren. Dat hier mensen zijn gaan wonen! We wandelen het stadspark in, de enige plek waar een aantal gaten waar stoom uit komt gratis voor het publiek toegankelijk is. Snel hoppen we van de ene put naar de andere. Niet te lang, want het stinkt en het regent, een hopeloze combinatie. In de auto kijken we elkaar aan. Veel te snel klaar hier. En waarheen dan? We zijn het snel eens. De weg gaat verder, niet eindeloos, maar naar de plaats Matamata. Het schijnt dat daar nog Hobbits wonen.