Kredietcrisis onderweg

Geplaatst op

De eerste beelden van dalende aandelenkoersen, instortende beurzen en politici in paniek zagen we vanuit onze hotelkamer in Tashkent, Oezbekistan. BBC World zond bijna geen ander nieuwsitem meer uit. We bekeken het allemaal enigszins geamuseerd. Aandelen hebben we niet en onze tas zit vol met contante dollarbiljetten. Wat kon ons gebeuren? Een week of zo later in Thailand bleek de kredietcrisis nog niet voorbij. Banken bedelden om hulp bij de diverse overheden en kregen tot onze niet geringe verbazing het ene miljard na het andere. Op afstand vroegen wij ons af wie al die schulden straks allemaal gaat betalen, maar in Europa schijnt niemand zich daar echt druk om te maken. Intussen dachten wij dat de kredietcrisis aan ons reizigers voorbij zou gaan. Niets is minder waar. Na de eerste pinopname in Bangkok fronsten we al een beetje onze wenkbrauwen. Ons dagbudget van 40 euro vertaalde zich begin dit jaar nog in een bedrag van 2000 Thai baht. Nu bleek datzelfde bedrag nog maar goed voor 1870 baht en bij een tweede pinopname enkele dagen later was 40 euro nog slechts 1800 baht waard. Inmiddels staat de teller op 1760 baht, en als je je bedenkt dat een biertje 50 baht kost, dan is de schade ineens vrij concreet. In vergelijking met een jaar geleden hebben wij zo’n 250 baht per dag minder te besteden. Gelukkig zijn de prijzen in Thailand redelijk stabiel, maar de val van de euro lijkt nog niet voorbij. Gisteren bedachten we nog wel een goede wisseltruc. Een deel van onze contante dollarbiljetten verkeert in slechte staat. Die biljetten worden in landen als Laos en Cambodja vrijwel nergens geaccepteerd. Toen wij de dollars kochten, kreeg je voor een euro nog $1,47. Inmiddels is dat gezakt naar $1,24, dus deze koerswinst levert ons substantieel goedkopere Thai baht op. En zo hebben we de schade dus toch nog een beetje weten te beperken. Met een gerust hart stappen we vanavond dan ook in de trein naar Chiang Mai, die zomaar ineens iets goedkoper is geworden.