Het andere Istanbul

Geplaatst op

Om het Oezbeekse visum af te halen moeten we met de bus naar de wijk Istinye. Het is een behoorlijke rit, we doen er bijna een uur over, maar we worden aangenaam verrast door het uitzicht onderweg. De kades langs de Bosporus lijken hier wel op het Comomeer. Dure jachten liggen aangemeerd, hier wonen duidelijk mensen met geld. Dat wordt nog eens bevestigd als we langs vestigingen van Ferrari en Maserati rijden. Bij het Oezbeekse consulaat wordt ons geduld zwaar op de proef gesteld en moeten we tot twee keer toe lange trappen beklimmen, want deze wijk is op een heuvel gebouwd. Eerst om bij het consulaat te komen, daarna op de terugweg van de bank, nadat we de benodigde dollars hebben gestort. Ons geduld wordt wel beloond, vlak voor sluitingstijd is het Oezbeekse visum in ons bezit.

We hebben na die lange busrit de smaak te pakken en besluiten in het aansluitende weekend nog wat meer off the beaten track Istanbul op te zoeken. Nou is dat hier niet zo moeilijk, toch is het verbazingwekkend hoe weinig toeristen je nog tegenkomt als je een beetje van de gebaande paden afwijkt. We nemen de bus naar Balat en Fener. Ooit waren dit rijke Joodse en Griekse wijken. Daar is nog wel wat van te zien, maar het geheel bevindt zich nu in een enorme staat van verval. Hier en daar wordt aan restauratie gedaan, er is echter nog een hoop te doen. Het schijnt dat Unesco zich er sinds kort mee bemoeit. In de Griekse wijk staat een Orthodox patriarchaat. Binnen de muren bevindt zich een fraaie kerk, vol met iconen. De zon schijnt met mooie bundels door de ramen naar binnen. We zijn er helemaal alleen. Vlak om de hoek is een lokaal terras met de inmiddels bekende lage tafeltjes. Als we kennelijk iets te lang wachten met het doen van een bestelling, we zitten eigenlijk nog maar net, haalt een van de aanwezige gasten twee kopjes thee voor ons. Eigenlijk hadden we wel een biertje gewild, maar ach, dat komt dan later wel weer.