Goodbye Lenin

Geplaatst op
Het zijn vooral Russische mannen die allemaal erg op autoverkopers lijken, en dat later ook inderdaad blijken te zijn.

Op maandagmorgen melden we ons om stipt 10 uur op de derde verdieping van het havengebouw, dat tevens dienst doet als terminal. We moeten vragen naar Christina. Eenmaal aangekomen blijkt het kantoor nog gesloten. Althans, voor ons, want Christina is er nog niet. Voor de deur treffen we de Nieuw-Zeelander Damien met zijn Russische vriendin, die ook met de boot mee willen. Een kwartier te laat arriveert, op hoge hakken, onze contactpersoon. Vermoeid zuchtend betreedt ze het kantoor. Kennelijk een zwaar weekend gehad. Als we even later naar binnen mogen voor het afhandelen van de formaliteiten, kan er geen lachje af. We hebben het steeds meer gehad met de Russische gastvrijheid. Maar toch nog slechts een half uur later staan we buiten, met een bonnetje in onze handen waarmee we ons op de boot kunnen melden. Om 20.00 uur dienen we ons bij de douanecontrole te vervoegen. We menen ons echter te herinneren dat de boot om 18.00 uur zou vertrekken, maar ze zegt toch echt 20.00 uur. Voor de zekerheid checken we in een internetcafé de website, waarop 18.00 uur vermeld staat. Enige ongerustheid is het gevolg, het missen van de boot is geen optie, die vaart namelijk maar één keer per week. Ik besluit Igor te bellen, de man die ons op het station de envelop met dollars heeft overhandigd. Igor denkt ook aan 18.00 uur, maar hij gaat het navragen. Ik mag over vijf minuten terugbellen. Anderhalf uur later en na vier keer ‘call me after five minutes’ heeft hij het antwoord: het is toch 20.00 uur. Waarom weet hij ook niet. Het is gewoon zo. ‘It happens sometimes’.

Iets voor achten staan we met onze bagage bij de custom control. Het is er een drukte van belang. Er staat een rij voor een deur, die om de paar minuten opengaat om telkens twee mensen door te laten. Het zijn vooral Russische mannen die allemaal erg op autoverkopers lijken, en dat later ook inderdaad blijken te zijn. Er is een florerende tweedehands Japanse autohandel die kennelijk via deze bootverbinding verloopt, en dat is ook de reden dat de meeste auto’s in Vladivostok het stuur rechts hebben, net als in Japan. We zien ook Damien weer met zijn vriendin. We maken al staande in de rij een praatje en dan valt mij pas op dat ze niet één, niet twee, niet drie, niet vier, maar iets van zeven grote koffers en tassen bij zich hebben. Een ware volksverhuizing. Ze hebben drie jaar in Rusland gewoond, in de buurt van Tasjhet, en zijn nu onderweg naar Japan, waar hij een nieuwe baan heeft. Vliegen met al die bagage bleek te duur, dus dan maar met de Transsiberië Express en de boot. Op de vraag wat er dan in al die tassen zit, komt naar voren dat zo’n beetje alle huisraad is ingepakt. Tja, waar je maar zin in hebt, in Japan is ook een Ikea, maar goed, dat moet iedereen natuurlijk zelf weten.

We doorstaan zonder problemen de douanecontrole en staan rond half negen onderaan de trap die ons op de boot brengt. Met een toepasselijke naam: de ‘Rus’. Het is even wat gesjouw (in vergelijking met Damien zijn wij natuurlijk van het kaliber vedergewicht), maar dan zijn we ook binnen. We worden onmiddellijk naar onze kajuit gebracht, en die blijkt voor ons twee te zijn, met zelfs een eigen wc en douche. We worden meteen uitgenodigd voor het diner, maar we lopen eerst nog even naar buiten om het vertrek van de boot mee te maken. Gelardeerd met enkele zware toeters van de scheepshoorn maakt de ‘Rus’ zich los van de wal. We varen!