Barbecue en Boeddha

Geplaatst op

We reizen verder en strijken neer in het dorpje Suanbo. We blijven er drie dagen om even lekker bij te komen. En dat was nodig ook. Els was in het ‘Folk Village’ in een kuil gestapt. Er leek eerst niets aan de hand, maar een dag later bleek de enkel verstuikt. Erop lopen ging erg moeizaam. Kortom, twee dagen rust. Gelukkig ging het gisteren alweer een stuk beter, en zo kunnen we vandaag alsnog naar het Woraksan National Park, dat op enkele kilometers van Suanbo ligt. We dachten bij de goede bushalte te staan, maar, geen bus. Dan stopt enkele meters verder een lege touringcar. De chauffeur maakt met gebaren duidelijk dat we niet kunnen instappen. Maar we dringen aan en hij opent toch even de deur. Misschien weet deze man waar de bus vertrekt. We wijzen op het kaartje van het park. Dan blijkt hij er wel langs te rijden en geheel onverwacht wil hij ons wel meenemen. Een gratis lift! Achteraf maar goed ook, want we bleken aan de verkeerde kant van de weg te staan…

We worden bij de park ingang gedropt. Het is nog steeds erg warm, maar er is veel bos. In de schaduw is het prima vol te houden. We passeren eerst een tempel met een indrukwekkend Boeddhabeeld. En het is nog een bekend beeld ook, want het is de Boeddha die op de kaft van onze Lonely Planet van Zuid-Korea is afgebeeld. Het is rustig, er zijn niet veel Koreanen, laat staan westerlingen. We vallen dus erg op. Een Koreaan vraagt ons zelfs verbaasd hoe we hier terecht zijn gekomen, omdat deze locatie kennelijk niet zo bekend is. We hebben de wandelschoenen aan en duiken het bos in. Er is een mooie uitgestippelde route. Zodra we via een bruggetje een rivier oversteken om daarna een stuk omhoog te gaan, blijkt het pad versperd door een Koreaanse familie, die een barbecue lunch aan het verorberen is. We komen er niet zomaar langs en krijgen drinken en eten aangeboden. Barbecue op z’n Koreaans, dus je pakt een blad sla, doet er wat vlees en Kimchi bij, dichtvouwen, en smullen maar. Eén stuk is niet genoeg.
‘Eat, eat!’ blijven ze een paar keer roepen.
We laten het ons goed smaken, maar moeten dan toch echt aan de wandel. De enkel houdt zich prima. We blijven vrijwel de hele tijd in het bos. Gelukkig maar, want in de zon is het eigenlijk te heet om te wandelen. Later op de middag keren we voldaan bij het uitgangspunt terug en weten dit keer wel de juiste bushalte te vinden. Niet zo moeilijk natuurlijk, want er is er maar eentje bij de park ingang.