Een verlaten paleis

Geplaatst op

Van andere reizigers hadden we allerlei Indianenverhalen gehoord over het bemachtigen van kaartjes voor het Potala Paleis. Je zou uren in de rij moeten staan en er enkele dagen voor uit moeten trekken. Niets blijkt minder waar. Op woensdag vervoegen we ons rond negen uur in de ochtend bij de plek waar de kaartjes verkocht worden. Even zoeken, want nergens is een bordje waarop staat waar je moet zijn. We zijn echter niet voor één gat te vangen, vinden de juiste locatie en sluiten aan bij een rij die niet al te lang is. Half tien gaan de loketten open en een kwartiertje later zijn we de trotse bezitters van twee toegangskaarten. Voor de dag erna wel te verstaan, want zo werkt het. Na het kopen van de kaartjes haken we in bij de vele pelgrims die zich ook hier vol overgave ter aarde storten en een rondje om het Potala Paleis lopen. Als je zelf geen gebedsmolen hebt, geen probleem. Rondom het paleis hangen er zo’n 1800. We geven ze bijna allemaal een slinger en krijgen er zere polsen van. Geen religie voor watjes, dat boeddhisme.

Tekst loopt door onder gallery

Een dag later melden we ons halverwege de ochtend bij de ingang van het paleis. De tassen moeten door een scanner, het kost ons een aansteker die niet mee naar binnen mag. Dan volgen de trappen. Het is een behoorlijke klim omhoog. Het Potala Paleis betreed je niet zomaar. Eenmaal boven belanden we eerst op een plein. Hier werden vroeger de ceremonies gehouden. Aan het eind is een steile trap, die nu de toegang tot het paleis vormt. Vroeger, dat wil zeggen tot aan 1959, zat de Dalai Lama boven aan deze trap om de ceremonies te leiden. We hadden gehoord dat het paleis van binnen nogal leeg zou zijn, maar we worden aangenaam verrast. Het is verre van leeg. De ene na de andere prachtige zaal dient zich aan. Er zijn enorme stupa’s van goud, waar enkele Dalai Lama’s begraven liggen. We kijken onze ogen uit. Vooral de vertrekken waar de huidige Dalai Lama tot 1959 verbleef, maken indruk. Jammer genoeg ontbreekt zijn foto op het nachtkastje in de slaapkamer. De vertrekken zien er gezellig uit. We wanen ons Heinrich Harrer op bezoek bij Tenzing Gyatso. Het is niet heel erg moeilijk om je voor te stellen hoe het hier vroeger is geweest. Zelfs de aanwezige militairen en de Chinese toergroepen, waar we ons voor het eerst aan ergeren, kunnen daar niets aan afdoen. Foto’s maken is verboden, toch slagen we erin een paar illegale opnamen binnen in het paleis te maken. Jammer genoeg is niet het hele paleis opengesteld voor bezoek. Aan de andere kant misschien maar goed ook, want er schijnen in totaal zo’n 1000 kamers te zijn. Voldaan verlaten we het paleis na anderhalf uur via de trappen aan de achterzijde. Opnieuw een hoogtepunt tijdens onze reis.

Tekst loopt door onder gallery

We bezoeken vandaag ook nog een echt Tibetaans theehuis, gelegen direct naast het Potala Paleis. Het bestaat uit een donkere ruimte waar pelgrims zich aan lange tafels en banken tegoed doen aan thee en kommen met noodles. Er is een duidelijk systeem, je meldt je bij de kassa, geeft je bestelling op en ontvangt een bonnetje dat recht geeft op de aangeschafte waar. Ons Tibetaans is niet echt vloeiend en we proberen het eerst met green tea dat lijkt ons wel zo veilig. Er komt geen reactie van de meneer achter de kassa. We proberen chai, dit werkt beter. We krijgen een rood geplastificeerd kaartje en de meneer maakt ons duidelijk dat we naar achteren moeten lopen, daar is de keuken. We weten niet zeker wat we in ruil voor ons rode kaartje krijgen. Maar bij de keuken aangekomen, is er geen twijfel meer mogelijk. Er wordt geroerd in een enorme pan met, jawel, yakboterthee. Onze kaartje geeft recht op een hele thermoskan. Gewapend met thermoskan gaan we richting een terras, dat achter de keuken blijkt te liggen. We kijken om ons heen, alle bankjes zijn bezet, maar we mogen aanschuiven bij een Tibetaanse familie. Ze knikken ons vriendelijk toe, we zijn van harte welkom. We vullen onze glazen en hopen er maar het beste van. Als een wonder smaakt de yakboterthee prima, het is gezoet. De smaak heeft nog het meeste weg van een soort dunne warme vla. We drinken onze glazen leeg onder goedkeurend geknik van de Tibetanen. De thermoskan is nog lang niet leeg dus we nemen nog een glaasje. Het hele terras heeft ons inmiddels in de gaten en iedereen is nieuwsgierig. Het tweede glaasje drinken we tot de helft. Heel erg lekker is het nou ook weer niet. Dan worden we geconfronteerd met de hartelijkheid en gastvrijheid van de pelgrims. Hun eigen thermoskan gaat open en onze glazen worden opnieuw tot de rand toe gevuld. Weigeren is onbeleefd.