Darwin’s Tiger

Geplaatst op

De eerste avond op de camping in Darwin zitten we ontspannen buiten, de temperatuur is prettig en de wijn koel. We filosoferen over de vraag welk land Down Under we het mooiste vinden. Nieuw-Zeeland wint de beauty contest met ruime voorsprong, maar Sydney is de leukste stad. Daar zijn we het net over eens geworden als Els ineens hele grote ogen opzet en haar stoel resoluut naar achteren schuift. Ik aarzel niet en sta ook snel op. En dat is maar goed ook. Vlakbij mijn stoel glijdt een redelijk indrukwekkende slang ons terras op. Onze Aussie buren zitten iets verderop aan de barbecue (waarmee meteen de Australische cultuur is samengevat), maar gealarmeerd door de kreten van Els hollen ze meteen onze kant op. Een slang, dat wil niemand missen. De beheerder van de camping wordt erbij gehaald. Het zou zo de kleinzoon van Charles Darwin kunnen zijn. Een oude man met een lange, witte baard. Onverschrokken en geroutineerd pakt hij de slang bij de staart en wikkelt deze om een stok. Het blijkt een night tiger te zijn. Beetje giftig, maar niet dodelijk voor mensen. De slang wordt over het hek gegooid, terwijl onze buurvrouw opgewonden vertelt dat er gisteravond al een python langs kwam. Precies op dezelfde plek. We hebben nog een avond voor de boeg, lekker dan, maar de slang vertoont zich niet nog een keer. Wel kijken we iets vaker achterom.

We leveren we de campervan in bij Apollo, met 6500 kilometer op de teller. We hebben onze tassen al op het vliegveld in een kluis gestopt, zodat we de laatste uren in de stad onze handen vrij hebben. Ook posten we nog wat kaarten in de brievenbus. Darwin is in de Tweede Wereldoorlog tientallen keren gebombardeerd door de Japanners (meer dan 64 keer, aldus een local) en kreeg in 1974 ook nog eens een verwoestende orkaan over zich heen. De stad is dan ook als nieuw, waardoor er niet veel sfeer is. We dwalen wat rond, drinken een paar biertjes en zoeken tevergeefs naar een gratis wifispot. Die zijn hier jammer genoeg niet. In de loop van de avond nemen we een busje naar het vliegveld. Het is al middernacht geweest als ons vliegtuig vertrekt. Via Singapore vliegen we naar Phuket, waar we een dag of tien gaan doorbrengen. Lekker het stof van ons afspoelen, ‘s nachts het EK-voetbal kijken (de Thai zenden dat, in tegenstelling tot de Aussies, gewoon uit) en zo nu en dan een lekkere voetmassage. We zijn dan ook alweer bijna een jaar op reis. De vraag die jullie misschien bezighoudt: komt er nóg een reisjaar? Tijdens onze eindeloos lange rit door de Outback hadden we alle tijd om daar uitgebreid over te filosoferen. We vertellen jullie binnenkort wat de verdere plannen zijn. Voor wat betreft Australië: Hey, mate, see ya!